[WI] Rekenen met kansen

[freakinaround]

Wie kan mij som 7 uitleggen? Ik snap hem niet..

[Global]

A

(5/15)*(2/15)*(2/15)*(5/15)=0.0020 afgerond

B

4 gelijke afbeeldingen dus 4 * appel of 4 * peer enz. (OF dus optellen)

(5/15)*(2/15)*(2/15)*(5/15)=(100/50625)
(3/15)*(4/15)*(4/15)*(3/15)=(144/50625)
(1/15)*(5/15)*(5/15)*(1/15)=(25/50625)
kers kan niet 4 keer
(3/15)*(2/15)*(4/15)*(6/15)=(144/50625)
----------------------------------------+
(413/50625)=0.0081 ( als ik zulke kleine getallen krijg ga ik twijfelen )

C

drie appels en 1 kers. schijf 3 en 4 hebben geen kers dus kunnen ze alleen voorkomen in eerste 2 schijven.

dus: k,a,a,a = 3*2*2*5=60 <<< aantal gunstige mogelijkheden
15*15*15*15= 50625 <<< aantal mogelijkheden

dus 60/50625=...

maar je kan ook kerst in 2 schijf.
dus: a,k,a,a=5*2*2*5=100<<< aantal gunstige mogelijkheden
15^4=50625 <<<< aantal mogelijkheden
dus 100/50625=....

nu allebei optellen: 160/50625=0,0032
probeer de rest zelf eens. als je dan niet snapt wil ik wel meer uitleggen. enuh controleer mijn antwoorden maar eerts

[sdekivit]

de eerste is correct, de tweede ook, de derde ook

[Global]

sdekivit schreef op 29-10-2004 @ 18:08 :
de eerste is correct, de tweede ook, de derde ook

oke dan

[Wifey87]

Vandaag de hele tijd van alles geprobeerd , maar ik kom er maar niet uit. Ben ik nou zo dom, of doe ik gewoon te moeilijk? Ik hoop op jullie reacties;

Het gaat om de volgende opgave;

*In een klas zitten 13 jongens en 15 meisjes. Voor het organiseren van een activiteit worden vier leerlingen uitgeloot.
Bereken de kans dat er;

a: minder dan twee meisjes bij zijn.
b: jongens en meisjes bij zijn.

Help me

p.s: De antwoorden volgens het antwoordenboekje horen te zijn;

a = 0,244 b= 0,898

[Young Grow Old]

Wifey87 schreef op 25-11-2004 @ 20:19 :
Vandaag de hele tijd van alles geprobeerd , maar ik kom er maar niet uit. Ben ik nou zo dom, of doe ik gewoon te moeilijk? Ik hoop op jullie reacties;

Het gaat om de volgende opgave;

*In een klas zitten 13 jongens en 15 meisjes. Voor het organiseren van een activiteit worden vier leerlingen uitgeloot.
Bereken de kans dat er;

a: minder dan twee meisjes bij zijn.
minder dan 2 meisjes betekent 1 meisje, of 0 meisjes.
Als er 0 meisjes zijn, worden er dus uit de 13 jongens 4 gekozen en uit de 15 meisjes 0. Hiervoor heb je (13 boven 4)*(15 boven 0)=715 mogelijkheden.
Als er 1 meisje is, worden er 3 van de 13 jongens gekozen en 1 van de 15 meisjes, in totaal (13 boven 3)*(15 boven 1)=4290 mogelijkheden.
Het totaal aantal mogelijkheden om een groepje van 4 te maken is (28 boven 4)=20475.
Hiervan voldoen dus 4290+715=5005 aan de eisen.
De kans is dus 5005/20475=11/45=0,24444....


b: jongens en meisjes bij zijn.

Je kunt dus 1 jongen en 3 meisjes, 2 jongens en 2 meisjes of 1 meisje en 3 jongens hebben.
In totaal (13 boven 1)*(15 boven 3)+(13 boven 2)*(15 boven 2)+(13 boven 3)*(15 boven 1)=5915+8190+4290=18395 mogelijkheden.
De kans dat er jongens en meisjes bij zitten is dus 18395/20475=283/315=0,8984126.....


Help me

p.s: De antwoorden volgens het antwoordenboekje horen te zijn;

a = 0,244 b= 0,898
dit klopt dus