Advertentie | |
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() Grim |
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
![]() |
||
Citaat:
'Ze leek bedroefd, maar toen ze zag dat de ogen van het meisje voor het eerst sinds tijden opengeslagen waren, verscheen er een brede glimlach op haar gezicht.' Maar dit klopt eigenlijk niet, want ze was al ingelicht over het ontwaken van Minolta dus had ze al een brede glimlach moeten hebben, het lijkt nu alsof ze het ineens ontdekt.. ![]()
__________________
*--Sometimes the only way to stay sane is to go a little crazy..- My life turned around, but I still believe in my dreams..--*
|
![]() |
|
Nijn*: Hmm.. ja, inderdaad. Tjee wat kritisch
![]() Ik weet dat het geen excuus is, maar ik wilde nog even zeggen dat het een jaar geleden is dat ik dit stukje geschreven heb. ![]() Kristoph: Dankjewel. ![]() ![]()
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
![]() |
|
In het eerste stuk van je verhaal gebruik in ineens allemaal zinnen of delen van zinnen die je in het eerste deel al hebt gebruikt, dat staat niet zo mooi.
Ik vind je taalgebruik erg simpel, niet mooi.. 'k Weet het niet, denk niet dat dit verhaal iets voor mij is.. Sorry ![]()
__________________
*--Sometimes the only way to stay sane is to go a little crazy..- My life turned around, but I still believe in my dreams..--*
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]()
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
![]() |
|||
Citaat:
![]() Citaat:
![]() Duivelaartje |
![]() |
|
Deel 3.
“Opstaan Minolta, het is tijd voor school!” Ik werd wakker van de gillende stem van mijn moeder en schoot overeind in mijn bed. Onmiddellijk daarna liet ik mezelf weer neervallen op het kussen. Het was drie weken later en mijn ouders hadden samen met de dokter besloten dat ik terug naar school moest. Hoofdpijn en andere klachten waren sinds een week verdwenen, maar ik voelde me nog steeds gevangen, gevangen in een vreemd lichaam in een vreemde en onwerkelijke wereld. Maar volgens mijn arts zou ik me alles weer herinneren als ik terugkeerde in het sociale leven van vroeger. Ik probeerde dit moment zolang mogelijk uit te stellen omdat ik bang was voor de confrontaties die me te wachten stonden en bang voor nog meer dingen die ik niet zou kennen en begrijpen. Vandaag was de dag echter aangebroken dat ik die angst overwinnen moest. Een misselijk gevoel overviel me, zo hevig dat ik bijna begon te kotsen toen ik uit mijn bed stapte. Maar ik moest naar school. “Vind je het niet leuk dat je je vriendinnen eindelijk weer ziet?” vroeg mijn vader bij het ontbijt. Ik reageerde er niet op. Ik vroeg mezelf alleen maar af, of ik wel vriendinnen had. Mijn ouders brachten me naar school. Nadat ze eindelijk afscheid van me genomen hadden – waarbij mijn moeder me wel eenentwintig keer een kus op mijn wang gaf – liep ik tussen de mensenmassa op het schoolplein door naar de ingang van een apart gebouw met een bouwstijl die ik niet kende, wat me overigens niet eens meer verbaasde. Ik wilde een grote glazen deur openduwen, maar deze ging vanzelf open en ik hoorde een computerstem uit de hoek komen: “Welkom, leerling 874938213.” Ik draaide me verbaasd om, maar het enige wat ik zag waren twee meisjes die vanaf het schoolplein blij op me af renden. De glazen deur ging opnieuw automatisch open en de stem sprak: “Welkom, leerlingen 874938211 en 874938212.” “Minolta!” schreeuwde een van de meisjes en ze begonnen me te omhelsen en me te vertellen hoe blij ze waren om me weer te zien. Ik moest een heel verbijsterd gezicht getrokken hebben, want plotseling waren ze stil. Ik keek naar hen en zij keken naar mij. Ik herkende ze niet. Ik wist zeker dat ik ze nog nooit had gezien. “Oké, we beginnen opnieuw,” zei een van de twee en gaf me een hand. “Ik ben Sony en dat is Yakumo.” Heel even was het stil. “We waren… eh, zijn – denk ik – je vriendinnen.” Ik glimlachte onzeker. De namen kwamen me bekend voor – net zoals mijn eigen naam en net zoals andere namen – maar dat was het dan ook. Namen van iets anders? Ik herstelde me. “Dan zijn jullie mijn vriendinnen,” sprak ik zachtjes, verlegen. “Niet ongerust zijn. Mijn geheugen komt vast snel weer terug. En tot die tijd, mogen jullie bij mij herinneringen ophalen over vroeger.” We lachten. Sony en Yakumo namen me mee naar een grote zaal waarin we plaatsnamen aan een van de lange tafels. De zaal stroomde langzamerhand vol met andere leerlingen en het viel me op dat zij me nieuwsgierig aankeken. Een aantal groette me vriendelijk, vroeg zelfs hoe het met me ging, alsof zij mij goed kenden. Sony en Yakumo haalden een platte plaat uit hun tas en toen ze die openklapten en er een scherm en een soort toetsenbord tevoorschijn kwamen, deed het me erg veel aan een laptop denken. Plotseling herinnerde ik me zware boekentassen, schriften en pennen en de vurige wens om in de toekomst gewoon alleen met een laptop naar school te gaan. In de toekomst… Ik maakte mijn eigen tas open. Mijn moeder had deze vanmorgen aan me gegeven en ik had nog niet eens gekeken naar de inhoud. Maar zoals ik al verwachtte, was het enige dat in de tas zat, een zelfde soort laptop als die van Sony, Yakumo en de andere leerlingen. Plotseling klonk er een zoemer door de zaal, die het teken scheen te geven dat iedereen stil moest zijn. Iedereen om me heen hield op met kletsen en ging recht zitten. “Goedemorgen, dames en heren,” klonk een mechanische mannenstem door de ruimte. “Vandaag gaan we het hebben over…” Ik wendde me tot Sony om iets te vragen, maar onmiddellijk klonk er een hoge toon door de zaal, als een alarm, die me aan het schrikken maakte. Iedereen keek me verwijtend aan. “Praten is verboden, leerling 874938213. Er wordt hier geluisterd.” De computerstem vervolgde zijn verhaal. Ik keek voor me uit, deed alsof ik luisterde, maar mijn hoofd vulde zich met een dikke mist die het onmogelijk maakte om me te concentreren. Vragen, nog meer vragen! En ik betwijfelde of ik ooit een antwoord zou krijgen. Leefde ik in de toekomst?
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
![]() |
|
Verwijderd
|
Jah ik vind het wel leuk, het is niet echt het onderwerp wat ik nou geweldig vind om te lezen maar wel aardig geschreven. Ik hoop dat je het niet op een gegeven moment cliche gaat laten eindigen doordat die "toekomstbelevenis" eigenlijk is wat ze in haar coma meemaakt ofzo.
|
![]() |
||
![]() |
vet! origineel ook en een stuk verrassender dan het vorige stuk! Had je dit nou ook al voor die schoolkrant geschreven of is het nieuw?
Citaat:
Wat ik me trouwens afvraag: weet jij al wel hoe het komt dat ze in de toekomst is terechtgekomen en zich niets meer herinnert en zo? Of moet je dat nog bedenken?
__________________
Romantici rouleren de wereld
|
![]() |
||
Citaat:
![]() En ja, ik heb al een verklaring bedacht. ![]() Maar bedankt voor je reactie! ![]()
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
Advertentie |
|
![]() |
||
Citaat:
![]()
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
![]() |
|
Deel 4.
Voor de spiegel stond ik, in mijn slaapkamer. En ik staarde naar mijn spiegelbeeld, naar het meisje tegenover me: een meisje met halflang, zwart haar en bruine ogen. Wanneer ik echter mijn ogen sloot, zag ik een totaal ander beeld op mijn netvlies: het beeld van een jongen. Een nogal slungelige jongen was het, met lichtblonde lokken die over zijn blauwe ogen vielen. Ik schrok van het vertrouwde gevoel dat in me naar boven kwam bij het zien van dit beeld. Ik draaide me om, sprong op mijn bed en probeerde me op iets anders te concentreren, een poging om er niet meer aan te denken. Ik begreep het niet. Ik begreep niet waar al die herinneringen, beelden en gevoelens vandaan kwamen. En er was helemaal niemand die het wel begreep. Het was mijn therapeut geweest die zei dat ik moest proberen om ergens anders aan te denken. Op school werkte deze methode redelijk. Het was niet moeilijk om ergens anders mee bezig te zijn. Immers, er was daar genoeg wat constant mijn aandacht trok. Als het niet de leerlingen zelf waren, die soms zo een volmaakte schoonheid hadden of zo ongelooflijk slim waren, waren het wel de mechanische leraren die door de muren spraken en alles in de gaten leken te hebben, of de andere voorwerpen en materialen die zich in het grote schoolgebouw bevonden. Voor de leerlingen leek het allemaal doodnormaal, maar ik verwonderde me over alles wat ik zag. Alles kwam me volkomen nieuw voor: de merkwaardige programma’s op mijn laptop, de kantine met enkel blikjes vloeibaar eten dat gezond scheen te zijn én je geest extra scherp maakte, de lesstof en vooral de proefwerken die we moesten maken. Tijdens het maken van een dergelijke toets moesten we een vreemdsoortige koptelefoon over onze oren dragen. In mijn gedachten hoorde ik dan een stem vragen aan me stellen en, ook in mijn gedachten, moest ik proberen om een zo goed mogelijk antwoord te geven. Dat was voor de school de manier om te controleren of we echt hadden geleerd, of dat we het wel echt begrepen. Het was immers niet mogelijk om te spieken. Op de een of andere manier wist ik zeker dat ik vroeger de antwoorden op proefwerkblaadjes schreef met een balpen en dat ik er af en toe heel goed in slaagde om te kijken op het proefwerkvel van degene die naast me zat. Het was een herinnering als alle andere, als uit een ander leven. Niemand had hier echter ooit een pen bij zich en men scheen het nogal een ouderwets object te vinden. Ik ging liggen op mijn bed en strekte mijn benen. Maar plotseling voelde ik iets kraken en toen ik mijn hoofd optilde, ontdekte ik daar een klein briefje. Ik schoot overeind en merkte op dat er op geschreven was. Met pen. En ik las de volgende tekst: ‘Hallo, ik ben jou. En jij bent mij.’
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]() Ik zal de vervolgen hier wel blijven posten. ![]()
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
![]() |
|
Deel 5
![]() Dagenlang bleef ik naar het briefje staren. Ik verzweeg het verder, maar in mijn hoofd stapelden de vragen zich op. Ik wist niet of ik de tekst op het briefje begreep, maar zag plotseling wel in dat het een kern van waarheid bevatte. Immers, ik had het gevoel niet in deze wereld thuis te horen en ik verlangde naar een andere, vertrouwde omgeving. Ik voelde mij – sinds het moment dat ik ontwaakte uit mijn coma – alsof ik een enorme ijsvlakte over moest steken, zonder houvast en alsof ik ieder moment uit kon glijden. En werkelijk nergens was een oever te zien. Ik had geen idee waar ik heen moest gaan. Ik was radeloos. Er kwam een nacht dat ik droomde. Ik was een jongen die een zorgeloos leven leidde in het verleden, zeker honderd jaren terug. Ik woonde in een rijtjeshuis met mijn moeder, twee zussen en een broer – ik geloof dat ik de jongste was – en met vrienden had ik op een avond afgesproken om ergens heen te gaan. Mijn moeder was in de veronderstelling dat we naar de film gingen, maar wij fietsten naar onze plek om daar in het geniep een joint te roken. Alles voelde vertrouwd, als was het mijn leven en niet slechts een droom. Toen ik echter wakker werd besefte ik dat het niet zo kon zijn en dat mijn naam Minolta was. Ik was niet eens in staat om zomaar op een fiets te springen, laat staan dat ik hier ergens een fiets vond. Of? Ik vertelde mijn ouders naar een historisch museum te willen. Hoewel dit hen nogal verbaasde, aangezien ik vroeger schijnbaar niet erg geïnteresseerd was in de geschiedenis, gingen wij de aankomende zaterdag op stap. En het was verbazingwekkend wat daar geschiedde. En deel 6: “Tjonge jonge jonge,” zei mijn vader glunderend, toen hij en ik samen met mijn moeder richting museum wandelden. “Dat mijn dochter nog eens interesse zou tonen in de geschiedenis van de mensheid… Wie had dat ooit gedacht? Tegenwoordig interesseert de jeugd zich nergens meer voor, niet waar, Deskjet?” Het leek mij verstandig om gewoon mijn mond te houden en mijn vader en moeder te laten genieten van het uitstapje. Tenslotte was de laatste tijd nogal zwaar voor hen geweest, en ondanks het feit dat ik nog steeds niet kon geloven dat zij mijn echte ouders waren, gunde ik hen dit plezier. Een of andere mechanische gids leidde ons rond door het museum, net zo’n robot als die ik soms op school zag rond marcheren: ze leken verraderlijk veel op echte mensen, maar aan hun houterige bewegingen en computerstem merkte je goed hoe het werkelijk zat. “Vroeger gebruikte men pennen,” vertelde de gids krakend, en hij wees op de verschillende soorten pennen die netjes naast elkaar lagen achter een glazen wand. “Hiermee konden de mensen op papier als het ware typen, maar dan zonder computers. Dit tijdberovende proces noemde men ‘schrijven’. Wij gebruiken tegenwoordig nog steeds woorden als ‘beschrijven’ en ‘omschrijven’.” “Interessant…” mompelde mijn vader en we volgden de robot die zich naar de volgende vitrine bewoog. Ik voelde me verward. Alles wat me verteld werd, wist ik op de een of andere manier al en eigenlijk verbaasde me dat niet eens meer. Mijn hart sloeg een tel over toen we arriveerden in een ander vertrek. Daar stond naast elkaar een aantal fietsen uitgestald en groepjes mensen stonden er omheen om de ouderwetse voertuigen te bewonderen. De eerste fiets was er één zoals ook mij die alleen bekend voorkwam vanuit geschiedenisboeken. Dat is dan ook wat de gids me vervolgens vertelde: deze fiets, met een bijzonder groot achterwiel, was één van de allereerste fietsen uit de geschiedenis. De andere twee leken normaler. De robot wilde ons hierover net wat informatie gaan verschaffen, toen ik hem in de rede viel: “Mag ik het proberen?” “Ik vertel u iets over de fietsgeschiedenis, later kunt u vragen stellen.” Maar ik wilde niet wachten en ondanks mijn moeder, die verwoede pogingen deed om me tegen te houden, liep ik naar één van de fietsen. Nadat ik de standaard naar boven had gedaan, stapte ik zonder enige moeite op. “Minolta!” gilde mijn moeder, “Dat kun je niet maken! Kom er vanaf, straks val je nog!” Maar ik luisterde niet. Ik begon te trappen en de mensen weken verbijsterd uiteen toen ik op hen afreed. Ik was weer thuis. Net op het moment dat ik van de fiets had willen afstappen, was de bewaking gekomen: twee reusachtige mannen die me mee wilden sleuren naar een kantoortje, maar mijn ouders hadden hen tegengehouden. Ze hadden uitgelegd dat ik niet goed in orde was (met andere woorden dat ik niet goed wijs was) en uiteindelijk lieten ze me gaan. Mijn ouders hadden sindsdien geen woord meer tegen me gezegd en ik sloot mezelf op in mijn kamer. Ik had gehoopt dat ik hiermee zou bewijzen dat er echt iets vreemds met me aan de hand was en dat ik niet zomaar onzin uitkraamde. Nu had ik echter het gevoel alsof het voor mijn ouders nog duidelijker geworden was, dat ik gek was. Ik wilde net gaan liggen op mijn bed, toen ik op mijn kussen een briefje zag liggen.
__________________
et je ne compte pas mes jours.
Laatst gewijzigd op 01-12-2004 om 20:04. |
![]() |
|
hmm leuk, dus je schrijft ook
![]() Het leest in ieder geval makkelijk weg. Ik vind het nog wel een beetje basisschool-achtig beschreven en hopelijk draait het straks niet om zielsverwisselingen/verhuizingen en tijdreizen. Die kriebels krijg ik in ieder geval wel.
__________________
I know a ghost can walk through a wall, yet, I'm just a man, still learning how to fall
|
![]() |
||
Citaat:
![]() En ik maar denken dat ik die wel geplaatst heb... Hm, wijzig het bericht wel even. ![]() Hehe bedankt verder. ![]()
__________________
et je ne compte pas mes jours.
|
Advertentie |
|
![]() |
|
|
![]() |
||||
Forum | Topic | Reacties | Laatste bericht | |
Liefde & Relatie |
Problemen met m'n vriend en m'n moeder Daantje_0705 | 18 | 08-10-2011 14:47 | |
Huiswerkvragen: Exacte vakken |
concentratie m/m -> concentratie m/v Daantje_0705 | 9 | 29-09-2005 10:41 | |
Psychologie |
M'n zusje ofniet | 44 | 01-06-2004 22:05 | |
Verhalen & Gedichten |
You think I'm destiny... Fructiske | 6 | 23-09-2001 12:15 | |
Verhalen & Gedichten |
I’m living in the dark alone vempire | 3 | 19-09-2001 19:45 | |
Verhalen & Gedichten |
I`m Not Popular, But I Don`t Care vempire | 6 | 19-09-2001 18:57 |