Dit is nog maar een heel klein stukje, het begin is meer een gevoel wat ik uit wil drukken.
Ik ben van plan hier ook echt een langer verhaal van te maken met dialogen etc
Zwijgend kijk ik naar de spiegel. Ik zie de reflectie van mezelf, maar niet zoals het hoort. Donkere vlek, een wazige aandoening. Meer ben ik niet. Zelfs de randen van mijn gelaat zijn niet duidelijk meer. Ik vraag me af, waarom ik niet weet wie ik ben.
Wie ben ik? Dat vraag ik mij wel zo’n duizend keer per dag af. Ook nu spookt dit weer door mijn hoofd. Ik zucht diep en pak mijn pen op om verder te gaan met mijn wiskunde huiswerk. Daar ben ik nu al een uur mee bezig en ik ben nog steeds geen som verder. Alle letters en cijfers blijven voor mijn ogen dansen. Mijn gedachtes kunnen niet stilstaan. Ik wil even niet denken. Alle gedachtes maken me gek. Ik zou zo graag voor even niet willen denken. Geen woorden die in mijn hoofd zwerven. Geen afleiding waardoor ik mijn huiswerk kan maken. Maar ik hou mezelf voor de gek. Ik weet dat ik altijd aan het denken ben. Ik leg zachtjes mijn pen neer en zet de muziek aan. Ik draai de volumeknop helemaal open zodat ik mijn gedachtes niet meer kan horen. Ik wil ze niet horen. Langzaam laat ik me op mijn zachte bed zakken. Ik begin weer te denken aan die eenzame enge nacht. Ik voel een warme traan mijn oog ontvluchten en over mijn wang een uitweg zoeken. Een tweede warme traan rolt een beetje troostend over mijn wang. Ook een derde en een vierde traan kan ik niet tegenhouden. Al huilend val ik langzaam na enkele minuten in slaap.
Ik word langzaam wakker. Mijn ogen glijden door de kamer. Ik kijk naar de wekker en merk op dat het toch al laat is. Moeizaam zet ik een voet op de grond en til ik mijzelf uit bed. Moeizaam begin ik deze nieuwe koude winterdag. Ik besluit om eerst een warme douche te nemen. Ik doe mijn kleren uit en kijk in de spiegel naar mijn lijf. Bekritiseer alles wat mogelijk is. Ik sommeer alles wat fout is in mijn hoofd op. Zo begint eigenlijk elke dag voor mij bedenk ik me, daarom besluit ik om maar snel te gaan douchen. Ik stap de douche in en zet de douche aan. Ik voel de nog koude straal over mijn lichaam glijden. Ik kijk hoe mijn lijf daar op reageert. Al snel wordt de straal warm en bedenk ik me dat een lijf toch eigenlijk een wonderbaarlijk iets is. Iets waar je eigenlijk trots op zou moeten zijn. Ik neem mezelf voor om niet meer mijn lijf af te kraken. Maar eigenlijk weet ik dat ik mijzelf voor de gek houd. Ik ben nou eenmaal een perfectionist. Gedoucht en wel stap ik op de fiets voor een bezoekje aan de bibliotheek. Ik voel mijn spieren zich om beurten samentrekken om mij voor uit te bewegen. Ik voel de wind zich een ijsmasker rond mijn gezicht vormen.