In het diepst van mijn gedachten manipuleerde ik elk woord dat uit mijn mond kwam. Ik deed net of ik alles zelf meende, maar dat was schijn. Mijn oren vingen vlagen van gesprekken op, die in mijn hoofd werden gekopieerd en opgeslagen. Misschien weggezet voor later gebruik. Zelfs mijn accent had ik aangepast. Van een ear naar een aihr, oftewel van fries naar kak.
Misschien was dit fout, maar het deerde me absoluut niet. Ik vond het heerlijk om helemaal op te gaan in het leven en denken van een ander. Ik leerde er veel van. Alle stukjes samen vormden mij als individu. Soms deed ik het voor de lol, soms was het pure noodzaak. In iedereen zag ik wel iets van mezelf terug. En was dat niet zo, dan groef ik net zolang tot ik iets had gevonden.
Vaak was ik ook mezelf, bijvoorbeeld bij de mensen waarbij ik had gegraven, maar niks gevonden. Die mensen mocht ik het minst. Het gekke was dat juist zij altijd het meest tot mij werden aangetrokken.
Alleen in heel extreme gevallen nam mijn kopieer gedrag enge vormen aan. Deze extreme gevallen hadden allemaal een ding gemeen: Ik was verliefd.
Met golven kwam het. Eerst niks, dan een beetje, dan BAM de obsessie was geboren. Een agent en voor weken achter elkaar keek ik alleen naar politie series op tv, zwaaide ik naar elke politie wagen en liet me zelfs arresteren.
Een bio-nerd en mijn cijfers op biologie schoten omhoog. Om 4 weken later weer even hard naar beneden te donderen.
Moeilijk werd het toen ik iemand tegenkwam die op mij leek. Wie was ik? Kopieerden we nu elkaar misschien.. Hij viel op meisjes die zichzelf waren. De moeilijkste obsessie ooit. Ik adoreerde mijn eigen leven en zag mezelf als mijn grootste concurrent. Telkens deed ik er van alles aan om mezelf het leven zuur te maken, liet mezelf zelfs struikelen en ik bereikte mijn doel: Hij wilde me niet meer, en ik werd depressief.
Op dit moment ben ik mezelf, op jacht naar iemand anders. Ik ga opzoek naar iemand met een obsessie voor obsessies, daar houd ik van.
Niet uit eigen ervaring