Eigenlijk zou ik nu niet hier moeten zijn. Nee, ik zou in een schitterende hotelkamer moeten zitten, nagenietend met een glas champagne in mijn handen of ik zou in mijn kamer moeten zijn, liggend op mijn bed moeten schrijven in mijn dagboek over hoe geweldig mijn avond wel niet was geweest. Je kon niet alles hebben, dacht ik stoer. Ik spitte in mijn handtasje, op zoek naar kauwgom, een miezerige vervanging voor sigaretten. Jezus, hoe kreeg ik het voor elkaar om zo’n klein rottasje zo vol te proppen? Ik schudde het leeg en mijn blik viel op de condooms die samen met de rest op het houten bankje vielen. Ik grijnsde spottend. Ik vond de kauwgom, wipte een stukje uit de verpakking en begon driftig te kauwen. Ik staarde naar mijn knieën in de nieuwe dure panty. Waarom had ik die in godsnaam gekocht? Pure verspilling. Net als mijn nieuwe avondjurk. Weggegooid geld.
En het begon zo goed! Natuurlijk, zulke avonden, die eindigde op een eenzaam bankje in het park, begonnen altijd goed. Hij was stipt op tijd, met een schitterende limo en een vriendelijk ogende chauffeur, inclusief pet.
Hij gaf me een rode roos, zei dat ik er geweldig uitzag en hielp me de wagen in. Ik, nuchter als ik ben, geloofde nooit in romantiek, sterker nog, ik kreeg er gewoonlijk kotsneigingen van. Het was altijd zo nep. Ook nu kreeg ik een brok in mijn keel. Van ontroering. Ik kreeg de tijd niet om me hierover te verbazen, omdat ik werd overdonderd door het interieur van de wagen. Hij lachte om mijn kinderlijk verrukte uitroepen en liet gewillig alles zien. We kwamen aan bij een duur hotel, eentje waarbij een colaatje aan de bar al een maandsalaris kost. Ik bewonderde de nonchalance en het zelfvertrouwen waarmee hij de portier toeknikte en het hotel binnenstapte.
Natuurlijk was hij al vaker hier geweest, en wist hij hoe het werkte. Hij was een man van de wereld, ik een onwetende studente.
Ik wreef ruw een traan van mijn wang. Ik verlangde wanhopig naar een sigaret, maar weinig kans dat ik er hier een zou kunnen krijgen. Klotezooi. Ik snikte, sloeg mijn armen om mezelf heen en huilde. Ik maakte mezelf zo klein mogelijk. Een hoopje pure menselijke ellende.
Toen kwam het diner. Heerlijke duur uitziende gerechten, zijn vlotte babbel en vloeiende humor. Het was zo gezellig, ik voelde me volkomen op mijn gemak, een beetje roezig van de wijn. Na het dessert voelde ik zijn hand op mijn bovenbeen en zijn verleidelijke ogen boorden zich in de mijnen. Hij vroeg me mee naar zijn hotelkamer. Alles aan hem vertelde dat hij al wist dat ik met hem mee zou gaan, ik was volkomen in zijn ban. Ik volgde hem naar boven, zonder me te verbazen over het feit dat hij al een hotelkamer had. Ik was al met mijn hoofd bij de vrijpartij die ongetwijfeld zou volgen, net zo romantisch en teder als hij de hele avond al was. Proberend het mij naar de zin te maken, mijn genot als het belangrijkste beschouwend.
Jezus, wat was ik naïef. Zodra hij de kamerdeur achter zich sloot veranderde hij totaal. Hij trok mijn nieuwe jurk omhoog, ontdeed mij van alles wat hem verder nog in de weg zag en nam me. Ik probeerde hem weg te duwen, ik huilde en schreeuwde, maar dat wond hem alleen maar meer op. Toen hij klaar was na wat uren schenen maar waarschijnlijk minuten waren, liet hij me liggen als een of ander waardeloos vod. Ik vluchtte, zonder nog op hem te letten, verblind door mijn tranen. Het was al vanaf het begin de bedoeling geweest, deze... verkrachting. Ik voelde me verraden, gekwetst.
En nu zat ik hier. De pijn brandde tussen mijn benen, de pijn in de rest van mijn lichaam was martelend. Mijn ego had een gigantische schade opgelopen, onherstelbaar wellicht.
Uiteindelijk stond ik op, veegde mijn tranen weg en wankelde naar huis. Ik had iets verloren, wat ik misschien wel nooit meer zou vinden.
08-02-2005
__________________
Ik ben ook maar een product van mijn opvoeding.
Laatst gewijzigd op 09-02-2005 om 16:09.
|