Advertentie | |
|
![]() |
||
Citaat:
En de AcI kan ook verspreid zijn, waardoor je de juiste 'groep' er nog moeilijker uithaalt. Ik hoopte op een heel eenvoudig foefje ofzo. Maar dat is er dus niet? ![]()
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
![]() |
||
Citaat:
__________________
't Kan verkeren.
|
![]() |
||
Citaat:
En überhaupt infinitieve bijzinnen ontdekken lukt al nauwelijks, die AcI is alleen maar erger. Argh. Nu word ik wanhopig en gedemotiveerd. ![]()
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
![]() |
||
Citaat:
En hier moeten drie AcI's in zitten.
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
![]() |
||
Citaat:
om ... spreken beloofen ... spreken om ... spreken
__________________
http://roospleonasmes.blogspot.com | ~rosacrouch
|
![]() |
||
![]() |
Citaat:
![]()
__________________
"Wen von den praktischen Juristen überfällt nicht manchmal das tiefe Gefühl der Leere und des Ungenügenden seiner Beschäftigung?" von Kirchmann
|
![]() |
||
Citaat:
'die constructie' is het object bij toepassen, dus inderdaad niet de A uit de AcI. Toch hebben we, volgens de definitie die ik hanteer dan, wel degelijk te maken met een AcI; eentje waarbij de A gelijk is aan het onderwerp van het werkwoord waar de AcI van af hangt, en derhalve niet uitgedrukt wordt. Eigenlijk dus: Je denkt je die constructie te kunnen toepassen.
__________________
't Kan verkeren.
|
![]() |
||
![]() |
Citaat:
![]() Derhalve, en dit is ook richting juliette, de AcI in eigenlijke zin (ik heb hierover nog eens een Duitse en Latijnse grammatica op nageslagen) komt in het NL nauwelijks voor. Dwz, het aantal ww waarop een AcI volgt is in getal heel klein, hoewel die ww wel vrij vaak gebruikt worden (horen, zien, voelen). Die andere zin die ik aanhaalde, de uil en de valk: dit is weliswaar een AcI, maar strikt genomen geen correct NL. Dus, waaraan kun je een AcI herkennen?: 1. AcI's komen in het NL bij slechts weinig ww's voor 2. er is altijd sprake van een onderwerp-gezegde verhouding tussen de expliciet uitgedrukte accusatief en de infinitief 3. nog een tip: het "voegwoordje" te komt niet voor. Zie je dus ergens een infinitief met "te", dan is het geen AcI. Dus: "ik heb het voornemen (om) dit te doen" is GEEN AcI. Weliswaar is "dit" een accusatief, en "doen" een infinitief, maar zie, er staat "te". (dit is nou werkelijk een ezelsbruggetje). ![]()
__________________
"Wen von den praktischen Juristen überfällt nicht manchmal das tiefe Gefühl der Leere und des Ungenügenden seiner Beschäftigung?" von Kirchmann
Laatst gewijzigd op 28-02-2005 om 14:59. |
![]() |
||
Citaat:
![]() ![]() In de zin 'Latijn leren is leuk' zou ik daarom ook niet, zoals naar de in uw redenering toegepaste analogie verwacht zou kunnen worden, gaan voor de benoeming AcI, maar voor een subjectsinfinitief; in het Latijn wordt dit geval niet anders benoemd. Maar ik vraag me ten zeerste af hoe je de zin 'jij denkt te kunnen' dan zou ontleden. Waar het Latijn een AcI gebruikt, is in het Nederlands vaak, wanneer men niet de 'dat'-constructie gebruikt, deze vertaling nodig. Dan is het dus een parallelversie van de AcI, maar het is er zelf geen; wat is het dan wel? Een infinitief als object..? Dan is het wel vreemd dat die infinitief alleen betrekking heeft op degene die voor het predicaat staat, of behoeft dat verder bij de benoeming geen enkele aandacht? ![]()
__________________
't Kan verkeren.
|
![]() |
||
![]() |
Citaat:
![]() Wat die subjectsinfinitief betreft, daarin heb jij weer gelijk. Ik overdreef een beetje om m'n punt te maken. ![]() Wat "jij denkt te kunnen" aangaat: als ik mij niet vergis, kun je daar in het Latijn weliswaar een AcI gebruiken, maar dat hoeft niet. Indien het subject van de infinitief hetzelfde is als dat van het regerende ww in de hoofdzin, kan een een "blote" infinitief gebruikt worden: "opinaris posse" is dan mogelijk naast "opinaris te posse". In het Nederlands ligt in genoemde zin geen objectsinfinitief voor, noch een AcI. Hierin wijkt het Nl. gewoon af van het Latijn, want in het Latijn ligt juist een van beide voor. Hoe moet men die zin dan in het Nl. ontleden? Men noemt "te kunnen" in dit verband een beknopte bijzin. Syntactisch gaat het hier dus om een objectsbijzin, die zich alleen van de "dat jij kunt" vorm hierin onderscheidt, dat er geen zin is met een (nominatief-)onderwerp en persoonsvorm, maar een infinitiefconstructie met infinitiefvoegwoord ("te"), welke zin echter dezelfde semantische waarde en syntactische functie heeft als de "echte" (dat-)bijzin. Dus als je dan de vergelijking met het Latijn wilt maken, ligt deze beknopte bijzin het dichts tegen de AcI aan (zoals je zelf ook opmerkt), vandaar wellicht ook de verwarring. In feite is de AcI ook een (subjects- of objects)bijzin (in de Duitse grammatica's wel unechter Gliedsatz genoemd), want bevat een onderwerp (in de vorm van een accusatief) en een predicaat (niet in finiete, maar infiniete vorm).
__________________
"Wen von den praktischen Juristen überfällt nicht manchmal das tiefe Gefühl der Leere und des Ungenügenden seiner Beschäftigung?" von Kirchmann
Laatst gewijzigd op 01-03-2005 om 14:38. |
Advertentie |
|
![]() |
|
|