In mijn boek staat het volgende:
"De tweede hoofdwet luidt:
In een gesloten systeem vinden alleen processen plaats die de wanorde in het systeem doen toenemen.
Het spontaan bewegen van warmte van een hoge naar een lage temperatuur is een onomkeerbaar proces. In een systeem waarin dit gebeurt, neemt de wanorde toe."
Ik word nu in verwarring gebracht door de volgende opgave:
Bekijk twee groepen moleculen. A: een groep van N moleculen bij een hoge temperatuur en windstil weer; B: een groep van N moleculen bij een lage temperatuur, maar met een bepaalde windsnelheid. De gezamenlijke kinetische energie is bij groep A groter. Leg uit waarom alleen door moleculen van groep B met behulp van een windmolen elektrische energie gemaakt kan worden.
Het antwoord:
In groep B is de kinetische energie van de moleculen geordend. In A bewegen de moleculen in alle richtingen. Bij A zou sprake zijn van een proces naar meer ordening. Dit is volgens de tweede hoofdwet onmogelijk.
Ik vind het allemaal een beetje ongelukkig uitgedrukt, want ik weet niet goed wat er met die orde en wanorde precies bedoeld wordt. Kan iemand hier me dit even uitleggen?
__________________
- "Zulke dingen gebeuren niet in het echt." "Nee, nee, nee. Het is andersom: zulke dingen verzin je niet!" -
|