De nieuwe inkomstenbelasting onderscheidt drie soorten inkomen, verdeeld over drie zogenoemde boxen. Elke box kent in dit nieuwe systeem eigen tarieven en vrijstellingen.
BOX 1: INKOMEN UIT ARBEID EN WONING
In deze box vallen onder andere: loon, AOW, pensioen, ondernemingswinst en een eigen woning
Deze inkomsten worden belast tegen een progressief tarief dat kan oplopen tot maximaal 52%. Progressief wil zeggen dat het tarief stijgt als het inkomen hoger is.
De volgende aftrekposten vallen ook onder BOX 1: hypotheekrente voor de aanschaf, verbetering en onderhoud van de eerste woning, kosten voor kinderopvang, lijfrentepremie, premie voor arbeidsongeschiktheidsverzekering en betaalde alimentatie.
BOX 2: INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG
Met Box 2 heb je uitsluitend te maken als je een aanmerkelijk belang hebt in een vennootschap. Van een aanmerkelijk belang is sprake als je tenminste 5% van de aandelen in een NV of BV bezit. In deze box betaal je 25% belasting over het inkomen uit de vennootschap, verminderd met de te verrekenen verliezen uit een aanmerkelijk belang. Het inkomen kan bijvoorbeeld bestaan uit dividend en/of winst behaald bij de verkoop van de aandelen van de vennootschap.
BOX 3: INKOMEN UIT SPAREN EN BELEGGEN
In BOX 3 wordt onder meer het vermogen belast. Onder dit vemrogen vallen onder andere: tegoeden op betaalrekeningen, spaargelden, beleggingen, onroerend goed (met uitzondering van de eigen woning), waarde van kapitaalverzekeringen afgesloten ná 14 september 1999 en de waarde van lijfrentes waarvan je de premies niet hebt afgetrokken in Box 1.
Van het vermogen worden eerst de schulden (bijvoorbeeld persoonlijke leningen of doorlopend krediet) afgetrokken met een drempel van 2.500,- euro per persoon. Vanaf 2001 gaat de fiscus er van uit dat je 4% rendement maakt op je gemiddeld vermogen. Over dit fictief rendement van 4% betaalt je 30% belasting: de zogeheten vermogensrendementsheffing. Er geldt een vermogensvrijstelling van EUR 17.600 per persoon, welke overdraagbaar is. Per gezin geldt daarnaast een vrijstelling van 5.177,- euro per minderjarig kind. Voor 65-plussers kan, afhankelijk van inkomen en vermogen, een extra vrijstelling gelden van maximaal 51.338,- euro.
Ik neem aan dat dit wel beknopt genoeg is voor iemand van 15. Als je verder nog vragen hebt dan kan je ze natuurlijk altijd hier stellen.
__________________
Wauwel.
|