Advertentie | |
|
![]() |
|
![]() |
Een paar kleine aanpassingen in het eerste deel, en een vervolgje. Ik twijfel of ik hiermee door ga gaan, tis eigenlijk niet echt origineel enzo, maar mss krijg ik nog wel een geweldig origineel idee
![]() Gefrustreerd en bijtend op haar balpen probeerde Anne de leerstof in haar hoofd te stompen. Na een paar minuten sloeg ze haar handboek met een klap dicht. Geschiedkundige zou ze wel nooit worden. Steunend met haar hoofd op haar twee handen staarde ze naar het werkboek, gevuld met keurige, sierlijk geschreven letters. Iedereen zei altijd dat ze zo’n mooi geschrift had, maar zijzelf vond haar geschrift nogal… Nogal saai, eigenlijk. Saai en ouderwets. ‘Justinianus (527-565): hoogtepunt door veroveringen want tijd was rijp voor herstel Romeinse Rijk’ Anne probeerde het schema in haar hoofd te prenten, hetgeen natuurlijk niet lukte. Tja, als het in haar handboek niet lukte, waarom zou het in haar werkboek dan wél lukken? En trouwens, wat was zij er mee vooruit dat ze wist wat die Justinianus verwezenlijkt had? Behalve dan dat ze daardoor morgen een goede toets zou doen? Met een zucht leunde ze achterover en strekte zich uit. Ze stopte ermee, misschien zou ze straks, voordat ze ging slapen, nog eens proberen maar nu lukte het echt niet. Ze nam haar agenda en sloeg hem open op de pagina van vandaag. Behalve de toets van geschiedenis moesten ze nog een taak van wiskunde maken. Maar aangezien ze wiskunde de volgende dag pas in de namiddag hadden, zou Anne de taak onder de middagpauze wel snel van een vriendin overschrijven. “Anne, eten!” de stem van haar moeder klonk hard onderaan de trap. “Ik kom!” riep Anne terug. Haastig propte ze haar geschiedenisboeken in haar rugzak. Zo, haar schoolwerk kon ze de rest van de dag links laten liggen. Met een knorrende maag liep Anne haar kamer uit, de trap af, de keuken in. Haar moeder zette net een grote pan op tafel, waar stukken spek in lagen. Anne schoof aan tafel, op haar vaste plaats tegenover haar moeder. Naast haar moeder zat haar vader, die al spinazie in zijn bord had liggen en nu ook spek nam. Anne schepte wat spinazie en twee stukken spek in haar bord en begon te eten. Haar moeder zette drie glazen en een fles Cola op tafel en ging zelf ook zitten. “Ik ga straks nog even naar Kim”, zei Anne nonchalant. Haar moeder zuchtte en haar vader schudde afkeurend zijn hoofd. “Weeral naar die Kim? Je weet dat we haar niet mogen, Anne!” “Maar jullie kennen haar niet eens, hoe kunnen jullie haar dan niet mogen!” kwam Anne er fel tegenin. “Het is gewoon…”, zei haar moeder aarzelend, “ja, haar uitstraling, haar gedrag. Ze is geen goede vriendin voor je, snap je dat dan niet?” Anne schudde driftig haar hoofd. Ze slikte een hap spinazie door en zei kwaad: “ze is wél een goede vriendin voor me, zelfs de beste die ik de laatste tijd gehad heb!” “En Merel dan?” kwam haar vader tussenbeide. Nu was het Anne die aarzelde. Tja, Merel… “Ik weet het niet. We zijn de laatste tijd wat uit elkaar gegroeid, denk ik.” De waarheid was dat ze Kim véél toffer vond dan Merel, hoewel die 3 jaar lang, sinds het begin van de middelbare school, haar beste vriendin was geweest. Nu vond ze Merel, zeker tegenover Kim, gewoon kinderachtig. Ze leek niet geïnteresseerd te zijn in jongens, uitgaan, kleren… Sinds ze Kim kende, die ongeveer een maand geleden bij haar in de klas was komen te zitten, mocht ze Merel niet echt meer, maar Kim des te meer. Ze was meer en meer met Kim beginnen omgaan, tot Merels grote spijt. En nu was ze eigenlijk alleen nog maar bij Kim. Haar moeder zuchtte opnieuw. “Ik vrees dat we je toch niet kunnen tegenhouden. Maar je gaat er nog spijt van krijgen dat je Merel hebt laten vallen, Anne, echt waar!” “Ik heb haar niet laten vallen!” kwam Anne er tegenin. “Anne, zwijg erover”, onderbrak haar vader haar. “Je mag gaan, is dat niet genoeg? Ik wil geen ruzie aan tafel.” Anne knikte en at verder. Ergens diep in zich voelde ze zich inderdaad schuldig, ze had Merel wél laten vallen en dat wist ze maar al te goed. Maar Anne probeerde dat gevoel weg te drukken, er niet meer aan te denken. Een kwartiertje later was Anne’s bord leeg en stond ze op. “Ik vertrek. Dag mam, dag pap, tot straks.” Haar moeder was druk bezig met het afruimen van de tafel en keek niet op. Haar vader stond net op en zei: “tot straks. Op tijd thuis, hé.” “Jaja”, antwoordde Anne en liep de keuken uit, door de voordeur. In de schuur nam ze haar fiets, een lichtblauwe Norta die geweldig goed fietste, en fietste ze de straat uit. Na vijf minuutjes goed doorfietsen kwam ze aan een groot huis. De voortuin was klein en smal, maar Anne wist dat er achter het huis een redelijke grote tuin lag. Ze zette haar fiets op het gras en deed hem voor alle zekerheid op slot. Genietend van de warme zon die op haar schouders scheen, liep ze naar de grote voordeur en belde aan. Een paar seconden later al werd de deur geopend door een nogal groot meisje, met lange zwarte haren die tot net onder haar schouders kwamen. Ze had bruine ogen, een leuk gezicht en was erg slank. “Hey!” begroette Kim Anne enthousiast. “Hoi”, zei Anne en stapte naar binnen. Ze kwam uit in een lichte, vrolijke hal. Links van haar was er een trap die naar de bovenverdieping leidde, rechts van haar waren er twee deuren. Één ervan kwam uit in de keuken, een andere in de woonkamer. “Zullen we naar het Pleintje gaan?” stelde Kim voor. “Oh” zei Anne verrast, “ik dacht dat we gewoon hier bleven?” Kim haalde haar schouders op. “Nou, als jij dat wilt… Maar zoveel is er hier ook niet te beleven.” “Ik wil wel hoor, maar m’n ouders… Ze denken dat ik hier ben.” “Is dat erg? Die komen dat toch niet te weten, hoor. Kom op, Anne, misschien zijn er wel leuke jongens!” Met een knipoog nam ze Anne’s arm vast. “Alsjeblieft?” Anne zwichtte. “Oké dan, maar dan ga ik wel op tijd naar huis.” Kim vloog haar rond de hals. “Dank je, lief lief Annetje!” Met een grijns duwde Anne Kim van zich af. “Nou ook niet overdrijven!” Kim lachte. “Je hebt me door.” Het Pleintje was een soort verzamelplaats, waar altijd wel wat jongeren te vinden waren. Het lag nogal afgelegen, je moest eerst een zandweggetje en een stukje bos door om er te raken. Anne volgde Kim de voordeur uit en maakte haar fiets terug los. Ze sprong erop en fietste achter Kim aan, die al een stukje in de straat gefietst was. “Niet zo snel joh”, riep Anne en trapte nog een beetje harder. Kim grinnikte. “Rij jij wat sneller dan!” “Nóg sneller?”, zei Anne terwijl ze lachend op haar trappers ging staan. Enkele minuten later draaide ze het zandweggetje in en nog een tijdje later kwamen ze aan het Pleintje. Ze smeten hun fietsen op de grond en liepen naar één van de picknickbanken (en bijhorende tafels) die er stonden. Kim liet zich op een bank neerploffen, op de voet gevolgd door Anne. Op een andere bank zaten 3 jongens, die Anne vaag kende. Ze wist dat één ervan, Paul, bij haar in de straat woonde en ze schatte de jongens een jaar of 17. “Sigaretje?” vroeg Kim en ze haalde nonchalant een pakje L&M tevoorschijn. Anne aarzelde. “Eh… Ja, geef maar.” Ze nam een sigaret aan van Kim, die ondertussen een aansteker gepakt had en de sigaretten aanstak. De jongens kwamen op hen afgelopen, en leunden tegen de tafel. “Gewone sigaret?” vroeg één van hen en hij schudde afkeurend zijn hoofd. Hij opende zijn hand. “Een jointje, véél beter! Mag ik even een vuurtje, trouwens?” Kim grinnikte en gooide de aansteker naar hem toe. Hij ving hem handig op. “Bedankt. Ik ben Andy trouwens, dit is Nicolas maar we zeggen Nick, en da’s Paul.” “Ik ben Kim”, antwoordde Kim meteen, “en dit is Anne.” “Aangenaam, zou ik zeggen”, knipoogde Paul. Anne knikte. “Yep, hetzelfde.” Paul bekeek haar een beetje beter. “Hé, woon jij ook niet in de Klaasstraat?” “Inderdaad. Jij ook, hé? Ik dacht het al.” Paul lachte. Andy nam een trekje van zijn jointje en gaf hem door aan zijn vrienden. “Jullie ook eens trekken?” bood hij de meisjes aan. |
Advertentie |
|
![]() |
|
|