| 
	
	
	
	 
		
		Strand 
Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot 
EP Boudewijn de Groot 1964 
Waar kan je liggen in het zand 
totdat je hele lijf verbrandt? 
Waar kan je zuipen als een beest, 
waar vind je vrienden voor elk feest? 
Waar kan je zwemmen als een rat, 
waar word je zelfs van binnen nat? 
Dat is aan de rand van Nederland, 
dat is aan ons onvolprezen strand. 
 
Waar kan je vrijen met je vrouw 
wat nergens ander mogen zou? 
Terwijl je kalm je krantje leest 
je handen strelend om haar leest. 
Daar speel je poker met een vriend 
totdat hij van ellende grient. 
Daar springt de randstad uit de band, 
da's aan ons onvolprezen strand. 
 
Je gaat er op de brommer heen 
en ligt dan plat tot kwart voor een. 
Dan ga je kijken naar een vrouw 
die je wel graag versieren zou. 
Dan krijg je ruzie met haar man, 
die heel toevallig boksen kan. 
En met je tanden in je hand 
sjok je weer verder over 't strand. 
 
Dan ga je even naar een tent 
en als je aangeschoten bent, 
dan loop je met de vriendenschaar 
een eindje langs de boulevard. 
Dan komt er iemand op 't idee 
om te gaan zwemmen in de zee 
en gans door kwallen overmand 
ren je weer terug over 't strand. 
 
Maar 's middags om een uur of vier 
dan komt het toppunt van vertier. 
Dan komt een vriend die auto rijdt 
eens kijken voor de aardigheid. 
Dan ga je even met hem mee 
een eindje rijden langs de zee. 
Hij rijdt wel honderd met een hand 
en wuift met d'ander naar 't strand. 
 
Dan scheur je zingend langs de straat 
en vind dat alles prachtig gaat. 
Je trekt je hals eenvoudig krom, 
je kijkt naar alle meisjes om. 
En vaders auto wordt vermoord, 
vakkundig in een boom geboord. 
Dan sta je morgen in de krant 
en word beroemd op heel het strand. 
 
En 's avonds op het stille strand 
dan is er weer iets aan de hand. 
Dan komt er een geweldig feest 
zoals er nooit een is geweest. 
Dan wordt het strandvuur opgestookt 
waarop men lekker worstjes kookt 
en met transistors in de hand 
trekt heel de troep weer naar 't strand. 
 
De een komt met flessen wijn 
die smaakt verdacht veel naar azijn. 
De tweede komt met zijn vriendin, 
die pikt de derde dan weer in. 
De vierde brengt een zak patat 
met onderin een daverend gat. 
De inhoud ligt verspreid in 't zand 
van driekwart kilometer strand. 
 
Je danst en vrijt de hele tijd 
terwijl je in een broodje bijt 
en giet jenever in een kop 
want anders dronk je pa het op. 
Maar van die lading alcohol 
geraakt je spoedig overvol. 
Dan loopt de toestand uit de hand 
en blijf je liggen op het strand. 
 
Maar de politie arriveert 
voor je weer lopen hebt geleerd, 
zodat je kruipende ontvlucht 
achter een zuil jeneverlucht. 
Dat wordt dan een immense rel, 
die eindigt meestal in de cel. 
En is men daar eenmaal beland, 
dan is het weer rustig aan het strand. 
 
Maar 's morgens lig je weer in het zand 
totdat je hele lijf verbrandt. 
Dan ga je zuipen als een beest 
en zoek je vrienden voor een feest. 
Dan ga je zwemmen als een rat 
en word je zelfs van binnen nat. 
Aan de rand van Nederland, 
aan ons onvolprezen strand. 
Aan de rand van Nederland, 
aan ons onvolprezen strand. 
Aan de rand van Nederland, 
aan ons onvolprezen strand.
	 
	
	
	
	
	
	  
	
		
			Laatst gewijzigd op 19-06-2005 om 21:24.
		
		
	
	
	 |