|
Waar het begonnen is, dat weet ik niet meer, of beter, ik weet niet wat het begin wás. Ja, de doodsangst voor mijn leraar Russisch, ja. Dat was de voedingsbodem, zonder dat was er vermoedelijk niks gebeurd.
"Mam... is het tegennatuurlijk als je een vaderfiguur hebt? Ik bedoel... ik heb een vader."
" Je hebt een vader gehád. Waarom vraag je dat?"
"Nou... gewoon... dat vraag ik me af. En is het dan raar als je dat zo iemand vertelt?"
"Nee, natuurlijk niet. Maar ik denk niet dat dat bij jou nog gaat gebeuren, je bent zeventien en half."
Een halve sliptong had zijn weg al gevonden naar mijn maag tegen de tijd dat het voor haar duidelijk was dat het geen losse, nonchalante vraag was geweest. "Je hoeft me niet te vertellen wíe het is, Lasse. Maar hoe ken je hem? Is het een leraar, of zo?"
"Ja... nou ja, misschien is dat allesbehalve raar, die zie ik immers dagelijks."
"Inderdaad, dat is helemaal niet raar. Er zijn genoeg leraren die meer doen dan alleen lesgeven. Ik ben blij voor je. Maar vertel eens, Las... wie is het dan? Nu ben ik wel nieuwsgierig."
Maar ik zweeg, voor een deel uit verlegenheid, voor een deel ook uit dat ze mijn activiteiten aangaande een vakwisseling zou kunnen terugbrengen naar de werkelijke reden, en het me dan verbieden. Hoe terecht dat was, wist ik niet, ik liep het risico gewoon liever niet.
Ik hou het erop dat het begon toen ik Vrolijk op de gang tegenkwam, die, haar naam als altijd eer aandoend, mij vrolijk begroette met een "Ha, die Lasse!"
"Dag. Mevrouw? Krijgen wij u dit jaar voor Duits?" (Zou het niet creatief zijn als je eens een totaal ander vak zou noemen als geschiedenis of biologie?)
"In welke klas zit je?"
"4 B"
"Nee, die hebben Muysken."
Was ik toen een enkel momentje wat teleurgesteld? Ja. Onvoorstelbaar lijkt dat nu, nog geen jaar later. In tien maanden, eigenlijk in nog veel kortere tijd, ben ik bijna 180 graden gedraaid. Ik hou het op 170, omdat ik iets heb met Muysken wat ik nooit heb gehad met Vrolijk, maar waar hij zelf, als het goed is, ook niks van weet. Misschien is het niet tegennatuurlijk voor een jongen-zonder-vader, misschien is het zelfs ontzettend nátuurlijk, maar dan zeg je zoiets nog niet zo snel. En ik probeerde ook niet meer dan normaal aandacht te krijgen, voor zover ik kan zien. Als ik die al kreeg, was het omdat mijn ingeleverde huiswerk- keer op keer- een zooitje was. Zo'n zooitje dat gewoon voldoende is, maar wat niet is gemaakt op de bladen waar het op gemaakt had moeten zijn.
Waarom het gelopen is zoals het gelopen is... doet die vraag er toe? Ik zocht niet maar ik vond. Ik zócht een rustige omgeving na een uitermate frustrerende les (wekelijks, ook bekend als Russisch), of misschien zocht ik zelfs dat niet eens, maar vond ik het wel. Als veiligheid, vriendelijkheid en milde strengheid samenkomen, wie voelt zich daar dan niet op zijn gemak?
Iedereen, neem ik aan. Hoe dat gewoon-op-gemak-voelen nou gemuteerd is, dat zou ik niet kunnen zeggen. Maar het kwam erop neer dat, toen ik Vrolijk diezelfde vraag 10 maanden later stelde en wél een ja kreeg, er niet eens blij mee was. Vreemd, want daar stond ik toch ook een jaar eerder? Tussen toen en nu zitten 10 lange, ervaringsvolle maanden. Dat ik niet meer bang ben om een man te worden, omdat ik weet wat voor soort man ik wil worden, dat is het belangrijkste wat ik heb geleerd van Muysken, vermoed ik, hoe pedagogisch verantwoord de godsgruwelijk irritante (al vond ik dat vorig jaar niet) Duitse grammatica ook moge zijn.
__________________
We leven, we ademen.
Laatst gewijzigd op 15-09-2005 om 21:05.
|