y = (ax+b)/(cx+2)
Uit de snijpunten haal je dat (2,0) en (0,-3) punten van de functie moeten zijn. Deze invullen geeft al de volgende 2 voorwaarden voor a, b en c.
(0,-3) => -3 = b/2 <=> b = -6
(2,0) => 2a+b = 0 <=> 2a = 6 <=> a = 3
De vergelijking wordt intussen: y = (3x-6)/(cx+2)
Voor de helling bepalen we de afgeleide van y naar x:
y' = 6(c + 1)/(cx+2)²
In x = 1 moet dit gelijk zijn aan 4/3, dat geeft:
4/3 = 6(c + 1)/(c + 2)²
Hieruit halen we dat c = 1 of c = -1/2.
__________________
"God has not created man, but man created God." (L. Feuerbach)
|