Ok, nu is het eindelijk gelukt en ik heb twee verschillende inleidingen op de tafel klaar liggen, alleen het probleem is, dat ik maar EEN mag gebruiken. Welke vinden jullie beter ?
I. De Olympische Spelen, Griekenland, 776 voor Christus. Het publiek juicht, als Papadopoulos stap na stap de amfitheater binnenkomt. Hij loopt tot in het midden van het laag gebouwd podium en het is alsof hij de duizenden blikken niet waarneemt, die in spanning op hem ( en op hem alleen ) zijn gericht. Daarna begint hij te praten - stil, elk woord goed overwegend, om vervolgens zijn spreekbuurt in een echt kunstwerk uit te bouwen. Het publiek is sprakeloos en de meesten blijven nog maandenlang onder indruk van Padopoulos zijn prestatie in retorica, een discipline op de Olympische Spelen.
Al meer dan 2500 jaar geleden waren de wijze Oude Grieken zich bewust van het belang van de " leer van overtuigend spreken ". Retorica - de voorloper van de huidige communicatietheorie en literatuurwetenschap - was daarom ook een van de vakken die altijd de meeste aandacht kregen. Het belang van retorica wordt daarintegen in de huidige maatschappij zeer ondergeschat, maar er komen steeds vaker ideeen dat retorica een verplicht vak op middelbare scholen moet worden. Het is ook een kans om onszelf te bewijzen, dat de intelligentie vanaf de klassieke oudheid niet zo omlaag is gegaan. Laten we die kans niet verspillen.
II. " Delenda, delenda, delenda Carthago nobis ! " Resoneert door het zaal van het senaat. " Aha ", worden de meeste senators wakker, " Marcus Porcius Cato heeft zijn spreektijd op zitten ". De vrij onbelangrijke senator geeft maar niet op en blijft zijn mening over het belang van het veroveren van de stad Carthago doorvoeren. Zijn " Delenda est Carthago " gaat aan het einde van elk zijn spreekbeurt het ene oor van de senators in, en het andere oor weer uit. Ah, dit onbelangrijk figuur met zijn onbelangrijke meningen ! En na een tijd werd Carthago veroverd.
Wat Marcus Porcius een voordeel leverde, was niet zijn beroemdheid, macht of logische beredeneringen - maar zijn vermogen tot welsprekenheid. Daarom zou retorica op middelbare scholen onderwijst moeten worden - want iedereen kan een Marcus Porcius Cato worden en successen behalen in het overtuigen van anderen, als hij maar weet hoe.
__________________
Bloedserieus
|