ik kwam op het idee door een muurschildering waarop een straat werd afgebeeld met rode muren, de kleuren waren in die schildering dus nogal krachtig. toen kwam ik op vuren. nou goed, ook erg onlogisch als je dat er niet bij weet.
de derde regel heeft eigenlijk ook een beetje met het schilderij te maken. er stond een oude vrouw op, alleen op het schilderij was de vrouw nogal aan het tieren. en ze had geen kapje op. maar het deed mij denken aan mijn oma die als ze buiten gaat een kapje op heeft en dat dat dus ook bij het 'straatbeeld' hoort.
de zindelijkheid slaat inderdaad op de kinderen, misschien een beetje op een figuurlijke manier op de dieven. maar niet bewust. en als dat zo is, moet ik daar nog even over nadenken.
ik vind 'wat' mooier klinken bij 'waar', vandaar dat ik dit heb gekozen. ik wist niet zo goed wat nu correcter was.
en de aanhalingstekens omdat die zin tegen iemand gericht is en de rest van het gedicht niet. de rest van het gedicht is vanuit de ogen van diegene waar tegen het gezegd wordt.
ik wist dat ik veel uit te leggen kreeg toen ik begon met het schrijven er van !
bedankt voor de reacties