Ik was koffie aan het zetten. Jij werd wakker op je eigen schattige manier: een klein, treurig zuchtje slaken en met je handjes in je ogen wrijven om die vervloekte nare droompjes van je netvlies te vegen. Niet dat je anders niet wakker werd, iedereen wordt wel eens wakker, vroeg of laat. Nu ja, misschien niet iedereen. Ik mag niet gaan veralgemenen, dat zeggen ze me maar altijd. Je mag mensen niet in hokjes steken. Je mag geen onderscheid maken tussen mensen die hun hele leven slapend doorbrengen of zij die eindelijk eens wakker worden. Eigenlijk zou ik niet zo veel mogen als het van anderen afhing. L'enfer, c'est les autres.
Van jou mag ik ook al niets meer. Ik mag je niet meer stiekem kietelen, ik mag niet meer aan je oorlelletjes nibbelen, ik mag niet meer op de wc-bril pissen, ik mag niet meer neuken met andere vrouwen als ik dat wil. Ik weet niet of je dat nog allemaal waard bent. Een relatie brengt offers mee, dat is wat ze zeggen. Maar ik moet toch niet mezelf gaan opofferen? Wat heb ik aan een relatie als ik dood ben? Niet zo veel hoor, schrijf het maar eens op. Je bent veranderd. De tijd waait voorbij en er is al erosie zichtbaar op je huid. Je stem is ook niet meer zo zoet als vroeger, eerder nors. Je teentjes smaken niet meer zo lekker, de onderkant van je voet is bedekt met een ruwe eeltlaag. Het wordt alsmaar harder om door de wereld te stappen. Het gouden laagje dat ik over je uit heb gestrooid waait langzaam weg. Het zal niet lang meer duren voordat ik zie dat je maar gewoon een stuk rots bent zoals alle andere mensen. Nu ja, je zal waarschijnlijk wel nog altijd wakker worden op je eigen schattige manier. Niet alle stenen hebben dezelfde vorm, maar ze voelen wel hetzelfde aan. Ze zijn allemaal even koud.
Ik wou dat ik je iets kon vertellen, maar ik weet niet wat. Je ligt daar, naar het plafond te staren. Dat doe je wel vaker, zo staren. Ik doe het ook soms, maar dan zeggen ze dat ik moet stoppen. Het heeft mij al een blauw oog, een gebroken rib en de aanwezigheid van bloed in mijn urine gedurende drie dagen gekost. Dat blauwe oog en die gebroken rib kwamen van een kaalhoofdige jongeman die dacht dat hij misschien een kledingstuk van mij aan had. Toen ik zijn jas even wilde openen om te kijken of hij misschien mijn pull droeg die ik eens was vergeten in de trein werd hij wild. Ik denk dat hij autistisch was, arme jongen. Het komt vast nog wel goed met hem. Het bloed in mijn urine is een heel ander verhaal, over een vrouw en haar dochter.
"Heb je goed geslapen, schat?"
"Nee, niet echt. Ik ben pas om iets na vier in slaap gevallen. Je snurkt. En je laat windjes terwijl je slaapt."
"Oh. Dat wist ik niet. Ik zal er op letten."
__________________
Do you remember when we were transparent?
|