Liedjes die geschreven zijn door Lennaert Nijgh natuurlijk.
Sonnet voor A. - Boudewijn de Groot
Ach als ik soms de zee zie en het strand
der duinen blonde koppen in de wind
als ik mijn leven weer eens doelloos vind
en niets meer wil dan dwalen door het land
Ach als ik soms een vogel hoor en 't ruisen aan de waterkant
van een rivier zich slingerend als een zilver lint
als ik weer zo zou willen zijn als 't kind
dat spelend waterdruppels opjaagt met zijn hand
Dan is 't alsof ik jou zie lopen
door het landschap bloemen in je haar
jij die mij slechts vergeefs laat hopen
Ach waren we maar eenmaal bij elkaar
't moment zou ik met alles willen kopen
met bloemen tranen vogels - zeg het maar
Als jij niet van me houdt - Boudewijn de Groot
Als jij niet van me houdt,
moet ik daarmee leren leven.
Maar de nacht is koud en de morgen ver.
Ga niet weg en blijf nog even.
Als jij niet van me houdt,
ben ik de man niet van je dromen.
En ook als je bij me blijft vannacht
zal hij heus wel een keer komen.
Als jij niet van mij houdt,
hou ik wel van jou alleen.
Zo mooi als je lacht,
zo warm en zo zacht.
Als jij niet van mij houdt,
hou ik wel alleen van jou.
Blijf bij me deze ene nacht
en laat me niet alleen.
Als jij niet van me houdt,
zul je voor een ander kiezen.
Maar wat niet is, kan ook niet verloren gaan,
dus kan ik jou nooit verliezen.
Soms denk ik: was jij er vroeger al,
voordat ik je kende misschien?
Soms denk ik dat jij altijd blijven zal,
zelfs als ik je nooit meer zou zien.
Als jij niet van mij houdt,
hou ik wel van jou alleen.
Zo mooi als je lacht,
zo warm en zo zacht.
Als jij niet van mij houdt,
hou ik wel alleen van jou.
Blijf bij me deze ene nacht
en laat me niet alleen.
De rover - Boudewijn de Groot
Waarom dan keer op keer
opnieuw met iets begonnen,
want wat ik had gewonnen
verloor ik telkens weer.
Waarom zo vaak het vuur
verliefd weer aangestoken,
beloften weer gebroken,
op jacht naar avontuur.
Terwijl ik altijd wist:
voor mij is er maar één,
voor mij alleen maar één,
er is maar één voor mij.
Er is maar één
en dat ben jij.
Waarom ik voor een vrouw
vaak niets en niemand spaarde,
de hemel en de aarde
desnoods bewegen wou.
Het bleek niet meer te zijn
dan storm in een glas water
en nooit, weet ik nu later,
verandert dat in wijn.
Terwijl ik altijd wist...
Van wie met draken vecht
en luchtkastelen tovert,
berooft en soms verovert,
komt zelden iets terecht.
Nu kom ik eindelijk thuis
en met een mond vol tanden
sta ik met lege handen
in een leeg, verlaten huis.
Terwijl ik altijd wist...
En nu weet ik pas echt:
nu is er nog maar één,
niet meer dan één alleen,
dan één alleen voor mij.
Voorgoed alleen,
voorgoed voorbij.
Lennaert schreef vaak over onbereikbare dingen, vooral de onbereikbare liefde, omdat hij er zelf het 'slachtoffer' van was. Hij heeft nog veel meer geschreven voor Boudewijn, maar ook voor bijna elke andere Nederlandstalige zanger(es). Ik zoek nog verder en post het snel.
|