Modo sic, modo sic.
'Het zijn de tralies, ze maken me gek.'
'Je moet eens ophouden je blind te staren op dingen die er niet zijn.'
'Zij… zij was er toch ook.'
'Ze was er helemaal niet, en jij was er evenmin, dat weet je heel goed.'
'Ik vertrouw je niet.'
'Jij vertrouwt jezelf niet.'
'Lul niet! Ik heb haar daar toch zelf gezien.'
'Jij ziet wel meer dingen tegenwoordig.'
'Dit was echt. Dit was echt, hoor je me! Ik heb haar gezien. Ik lieg, ik geloof mijn eigen leugens zelfs, maar dit was echt.'
'Vertel me dan maar eens wat je gezien hebt.'
'Het was godverdomme echt! Ga weg! Je maakt me gek.'
'Dat ben je al. Ik zie je morgen in de zaal. Gegroet.'
'Ik ben niet gek, hij is gek. Laat me met rust. Ik was daar. Ik weet het nog precies. Kan jij je vorige week zaterdag nog herinneren?'
'…'
'Nee, natuurlijk kun je dat niet. Maar ik wel. Ik zou naar haar toe gaan. Onaangekondigd, maar wel met een bos rozen. Rode rozen, nog speciaal voor haar gekocht. Je weet wel, bij die man van de markt, op het hoekje, met zijn roze luifel. Ik haat roze, maar die man is wel aardig. Hij gaf me nog een euro korting. Maar goed, ik ging dus naar haar toe, belde aan. Ze liet me binnen, wat me enigszins verbaasde, maar ik mocht haar geen zoen geven. Had jij het toegelaten, als je haar was?'
'…'
'Ach, wat maakt het uit, je bent haar niet. En zij is zichzelf niet eens meer. Ik heb het gedaan. Ik wilde het niet. Ik wilde het echt niet! Ik denk dat ieder ander het ook had gedaan, als hij in mijn positie stond, wat jij?'
'…'
'Stilte, ja, zwijg maar. Ik heb het gedaan. Ik zal niet langer ontkennen. Het bloed, ik heb het wel van haar lippen gezogen. Ze smaakte nog zoals altijd.'
'Meekomen!'
'Nee, laat me gaan! Ik heb het niet gedaan!'
'…Zoals aangetoond, hij is onschuldig.'
'Executie.'
Stilte, wanneer het doek valt.
__________________
Zolang mensen mensen blijven, zijn leven en dood hetzelfde
|