Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / School & Studie / Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 08-05-2006, 15:49
pieter180
pieter180 is offline
Hallo,
heeft iemand toevallig de vertaling van Ovidius Tristia I,3, ik heb het over deze tekst:
III. Cum subit illius tristissima noctis imago,
qua mihi supremum tempus in urbe fuit,
cum repeto noctem, qua tot mihi cara reliqui,
labitur ex oculis nunc quoque gutta meis.
Iam prope lux aderat, qua me discedere Caesar
finibus extremae iusserat Ausoniae.
Niec spatium nec mens fuerat satis apta parandi:
torquerant longa pectora nostra mora.
Non mihi seruorum, comites non cura legendi,
non aptae profugo uestis opisue fuit.
Non aliter stupui, quam qui Iouis ignibus ictus
uiuit et est uitae nescius ipse suae.
ut tamen hanc animi nubem dolor ipse remouit,
et tandem sensus conualuere mei,
alloquor extremum maestos abiturus amicos,
qui modo de multis unus et alter erat.
uxor amans flemem flens acrius ipsa tenebat,
imbre per indignas usque cadente genas.
Nata procul Libycis aberat diuersa sub oris,
nec poterat fati certior esse mei.
Quocumque aspiceres, luctus gemitusque sonabant,
formaque non taciti funeris intus erat.
Femina uirque meo, pueri quoque funere maerent,
inque domo lacrimas angulus omnis habet.
Si licet exemplis in paruis grandibus uti,
haec facies Troiae, cum caperetur, erat.
Iamque quiescebant uoces hominumque canumque,
Lunaque nocturnos alta regebat equos.
Hanc ego suspiciens et ad hanc Capitolia cernens,
quae nostro frustra iuncta fuere Lari,
"numina uicinis habitantia sedibus," inquam,
"iamque oculis numquam templa uidenda meis,
dique relinquendi, quos urbs habet alta Quirini,
este salutati tempus in omne mihi.
Et quamquam sero clipeum Post uulnera sumo,
attamen hanc odiis exonerate fugam,
caelestique uiro, quis me deceperit error,
dicite, pro culpa ne scelus esse putet.
ut quod uos scitis, poenae quoque sentiat auctor,
placato possum non miser esse deo."
Hac prece adoraui superos ego: pluribus uxor,
singultu medios impediente sonos.
Illa etiam ante lares passis adstrata capillis
contigit extinctos ore tremente focos,
multaque in aduersos effudit uerba Penates
pro deplorato non ualitura uiro.
Iamque morae spatium nox praecipitata negabat,
uersaque ab axe suo Parrhasis Arctos erat.
Quid facerem? Blando patriae retinebar amore:
ultima sed iussae nox erat illa fugae.
A! Quotiens aliquo dixi properante "quid urges?
uel quo festinas ire, uel unde, uide."
A! Quotiens certam me sum mentitus habere
horam, propositae quae foret apta uiae.
Ter limen tetigi, ter sum reuocatus, et ipse
indulgens animo pes mihi tardus erat.
Saepe "uale" dicto rursus sum multa locutus,
et quasi discedens oscula summa dedi.
Saepe eadem mandata dedi meque ipse fefelli,
respiciens oculis pignora cara meis.
Denique "quid propero? Scythia est, quo mittirnur," inquam,
"Roma relinquenda est. utraque iusta mora est.
uxor in aeternum uiuo mihi uiua negatur,
et domus et fidae dulcia membra domus,
quosque ego dilexi fraterno more sodales,
o mihi Thesea pectora iuncta fide!
Dum licet, amplectar: numquam fortasse licebit
amplius. In lucro est quae datur hora mihi."
Nec mora, sermonis uerba inperfecta relinquo.
Complectens animo proxima quaeque meo.
Dum loquor et flemus, caelo nitidissimus alto,
stella grauis nobis, Lucifer ortus erat.
Diuidor haud aliter, quam si mea membra relinquam,
et pars abrumpi corpore uisa suo est.
Sic doluit Mettus tunc cum in contraria uersos
ultores habuit proditionis equos.
Tum uero exoritur clamor gemitusque meorum,
et feriunt maestae pectora nuda manus.
Tum uero coniunx umeris abeuntis inhaerens
miscuit haec lacrimis tristia uerba meis:
"non potes auelli. Simul hinc, simul hibimus:" inquit,
"te sequar et coniunx exulis exul ero.
Et mihi facta uia est, et me capit ultima tellus:
accedam profugae sarcina parua rati.
Te iubet e patria discedere Caesaris ira,
me pietas. Pietas haec mihi Caesar erit."
Talia temptabat, sicut temptauerat ante,
uixque dedit uictas utilitate manus.
Egredior, siue illud erat sine funere ferri,
squalidus inmissis hirta per ora comis.
Illa dolore amens tenebris narratur obortis
semianimis media procubuisse domo:
utque resurrexit foedatis puluere turpi
crinibus et gelida membra leuauit humo,
se modo, desertos modo complorasse Penates.
Nomen et erepti saepe uocassi uiri,
nec gemuisse minus, quayn si nataeque uirique
uidisset structos corpus haber, rogos,
et uoluisse mori, moriendo ponere sensus,
respectuque tamen non periisse mei.
Viuat, et absentem, quoniam sic fata tulerunt.
Viuait ut auxilio subleuet usque suo.
Met citaat reageren
Advertentie
Oud 08-05-2006, 16:43
Verwijderd
Als je Duits leest (niet compleet): http://www.vox-latina-gottingensis.d...a/tr0103ue.htm
Met citaat reageren
Oud 15-05-2006, 14:20
pieter180
pieter180 is offline
hmm...ja, wel handig met duits er bij, maar heeft niemand deze vertaling in het nederlands?
Met citaat reageren
Oud 15-05-2006, 14:54
Belgarath
Avatar van Belgarath
Belgarath is offline
M. d'Hane-Scheltema heeft een vertaling van de Tristia gemaakt als ik het goed heb.
__________________
The brown rat looks questioningly at its corpse. Squeak? SQUEAK. The ghost of the rat nods sadly, and disappears down a nearby sewer.
Met citaat reageren
Oud 15-05-2006, 17:12
Chaucus
Avatar van Chaucus
Chaucus is offline
Bij AMBO is een uitgave, vertaald door W.A.M Peters. Ik zou zeggen ga even op zoek in een bibliotheek ofzo, of google verder...
__________________
Ik blijf hopen, want hoop mag er altijd zijn
Met citaat reageren
Oud 15-05-2006, 21:50
Belgarath
Avatar van Belgarath
Belgarath is offline
Ik kon op Perseus niet eens een vertaling vinden
TS, had je niet gewoon de Metamorphosen kunnen lezen
__________________
The brown rat looks questioningly at its corpse. Squeak? SQUEAK. The ghost of the rat nods sadly, and disappears down a nearby sewer.
Met citaat reageren
Oud 28-05-2006, 16:31
Adolf H.
Mwoah, hij stond wel op internet.

Wanneer het zeer droeve beeld (mij) voor de geest komt van die nacht, waarin voor mij het allerlaatste moment in Rome viel/was, wanneer ik (mij) de nacht weer voor de geest haal, waarin ik zoveel mij dierbare dingen heb achtergelaten/verlaten, glijdt er ook nu nog een traan uit mijn ogen. Reeds war er al bijna het licht (van de dag), waarop Caesar (Augustus) mij bevolen had weg te gaan uit/voorbij de uiterste grenzen van Italia. Noch was er genoeg tijd noch zin geweest, <geschikt> om voorbereidingen te treffen: ons hart was verlamd door het lange wachten/uitstellen. Niet bekommerde ik mij om slaven, niet om het uitkiezen van metgezellen, niet om kleding of benodigdheden, geschikt voor/passend bij een balling. Ik was niet anders verbijsterd/in een roes, dan iemand die (nog) leeft nadat hij door de bliksem van Iuppiter getroffen is en zelf zich niet van zijn eigen leven bewust is. Toen toch het verdriet zelf deze wolk/nevel van mijn mijn geest verdreef, en eindelijk mijn zinnen weer op kracht kwamen, sprak ik op het punt staande te vertrekken voor de laatste maal mijn bedroefde vrienden toe, die (nog) van de zopas velen met een paar aanwezig waren. Mijn liefhebbende vrouw hield mij, terwijl ik huilde en terwijl zijzelf nog harder huilde, vast, terwijl er aan één stuk door een tranenstroom over haar wangen, die dat niet verdienden, viel. Mijn dochter was ver van ons gescheiden op de Lybische kusten en kon niet op de hoogte zijn van mijn lot. Waarheen je ook maar zou kijken, (daar) weerklonken rouwmisbaar en jammerklachten en binnenshuis had het de aanblik van een niet stille/zeer luidruchtige begrafenis. Vrouw en man, ook de kinderen, treurden over mijn begrafenis, en in het huis had elk hoekje tranen. Als het geoorloofd is voor kleine dingen grootse voorbeelden te gebruiken, dit was de aanblik van Troje, toen het ingenomen werd.

En reeds kwamen de stemmen van mensen en honden tot rust, en de maan, hoog (aan de hemel), bestuurde haar nachtelijke paarden. Terwijl ik naar haar omhoog keek en bij haar licht het Capitool onderscheidde, dat tevergeefs grensde aan onze Lar (=huis), zei ik: " U goden, die de naburige zetels bewonen, en tempels die nooit meer door mijn ogen gezien moeten/mogen worden, en u, goden, die verlaten moeten worden, aan wie de hoge stad van Quirinus een woonplaats biedt, weest voor altijd gegroet door mij! En, hoewel ik (te) laat mijn schild opneem tegen de verwondingen, bevrijdt toch deze vlucht van haatgevoelens en zegt tegen de hemelse man welke vergissing mij misleid/bedrogen heeft, opdat hij het niet meent dat er sprake is van een misdaad in plaats van schuld/een (ongewilde) fout. Zodat de veroorzaker van de straf ook inziet wat jullie weten, wanneer de god gunstig is gestemd kan ik niet ongelukkig zijn." Met dit gebed riep ik de (hemel)goden aan: mijn vrouw (riep hen aan) met meer (gebeden), terwijl haar gesnik haar midden in haar woorden belemmerde/onderbrak. Zij raakte zelfs, met loshangende haren voor de Laren uitgestrekt op de grond liggend, met trillende mond het uitgedoofde altaar(vuur) aan en zij stortte veel woorden uit over de ongunstig gezinde Penaten, (woorden) die niets zouden vermogen/teweegbrengen ten gunste van haar bejammerde man.

En reeds stond het ten einde spoeden van de nacht geen moment (van) uitstel meer toe en was de Grote Beer al om zijn as gedraaid. Wat had ik moeten doen? Ik werd (steeds maar) weerhouden door de innige liefde voor mijn vaderland: maar dat was de (aller)laatste nacht voor de bevolen vlucht. Ach! Hoe vaak heb ik gezegd, wanneer iemand me zei me te haasten: "Waarom dring je aan? Ga eens na waarheen jij mij haast te gaan, of waarvandaan!" Ach! Hoe vaak heb ik gelogen dat ik een vastgesteld uur (van vertrek) had, dat geschikt zou voor de voorgenomen reis/tocht. Driemaal heb ik de drempel aangeraakt, driemaal ben ik teruggeroepen, ook mijn voet zelf/mijn eigen voet was traag voor mij omdat hij (graag) toegevend was aan mijn hart. Dikwijls heb ik weer veel gesproken, nadat ik (weer eens) 'vaarwel' had gezegd, en heb ik, terwijl ik deed alsof ik wegging, de (aller)laatste kussen gegeven. Dikwijls heb ik dezelfde opdrachten gegeven, en heb ik me zelf voor de gek gehouden, terwijl ik met mijn ogen omkeek naar alles wat mij dierbaar is/al mijn dierbaren. Tenslotte zei ik: "Waarom haast ik mij? het is Scythië, waarheen wij geturd worden. Rome moet verlaten worden. Elk van beide is een terecht(e reden voor) uitstel. Mijn vrouw, hoewel zij leeft, wordt voor eeuwig aan mij, hoewel ik nog leef, onthouden, ook mijn huis en de trouwe leden van mijn diebare huishouding, en mijn kameraden van wie ik hield als broers, o hartsvrienden met mij verbonden met de trouw van Theseus! Zolang het toegestaan is, zal ik (jullie) omarmen, misschien zal het nooit meer toegestaan zijn. Elk/Een uur dat mij gegeven wordt is winst (voor mij). Maar zonder uitstel/plotseling laat ik de woorden van mijn gesprek onafgemaakt, terwijl ik ieder die mij het meest het hart ligt omarm.

Terwijl ik praat en wij wenen, was zeer schitterend aan de hoge hemel, de voor ons fatale ster, Lucfer, opgekomen. Ik word verscheurd niet anders dan als ik mijn ledematen zou achterlaten en een deel van het eigen lichaam afgerukt schijnt te worden. Zulke pijn had had Mettius toen, toen in tegengestelde richtingen gewende paarden had als wrekers van zijn verraad. Op dat moment rijst echt het geschreeuw en gejammer van de mijnen op en slaan bedroefde handen op de blote borsten. Toen echt mengde mijn vrouw, zich vastklampend aan de schouders van de vertrekkende, deze droeve woorden met mijn tranen: "Je kunt niet <van mij> weggerukt worden. We zullen samen vanhier, samen weggaan", zei zij, "ik zal jou volgen en als balling zal ik de vrouw van een balling zijn. Ook voor mij is de weg gemaakt, ook mij zal het uiterste der aarde herbergen: ik zal als kleine bagage van een balling aan boord van het schip gaan. De toorn van Caesar beveelt jou uit het vaderland weg te gaan, mij (beveelt) de plichtsgetrouwheid/liefde. Deze plichtsgetrouwheid/liefde zal voor mij Caesar zijn." Dergelijke dingen probeerde zij, zoals zij al eerder geprobeerd had, en met moeite gaf zij zich gewonnen door de praktische overwegingen. Ik ga naar buiten - of was dat een naar het graf gedragen worden zonder begrafenis(stoet) - smerig met los neerhangende haren langs een stoppelig gezicht.

Men vertelst dat zij, buiten zinnen van verdriet, nadat er een flauwte bij haar opgekomen was, middenin het huis voorover op de grond viel: en dat zij, toen zij zich met door het vuile stof vies geworden haren opgericht had en haar ijskoude ledematen van de grond had opgeheven, nu eens zichzelf, dan weer de verlaten Penaten bejammerd heeft en dikwijls de naam van haar weggerukte man geroepen heeft. En dat zij niet minder geklaagd/gezucht heeft dan als zij de lichamen van haar dochter en man op de opgerichte brandstapels had zien liggen en dat zij wilde sterven en door te sterven haar gevoelens afleggen, en dat zij toch niet gestorven was uit respect voor mij. Moge zij leven, en moge zij leven opdat zij de afwezige, aangezien het lot het zo gebracht heeft, onafgebroken met haar hulp ondersteunt.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen Absento
Diovai
7 28-02-2003 09:15
Huiswerkvragen: Klassieke & Moderne talen De-Hoe-Vertaal-Ik-Een-Latijnse-Zin-Tutorial(-Deel-1?)
John-17
3 31-12-2001 18:51


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 16:52.