Ik heb het met de kwintencirkel geleerd. Ik heb nu geen zin om het gedetailleerd uit te leggen (ben ziek), maar ik zal het ruw proberen te schetsen:
Je tekent een cirkel. Bovenaan zet je C. Rechts daarvan komt volgens de cirkel G, D, A, E, B, fis en cis. Boven deze noten zet je een kruis. Links van de C komen, F, bes, es, as, des, ges. Hier teken je een mol boven. Op C komen geen mollen/kruisen! Elke noot heeft dus 1 mol/kruis meer dan zijn voorgangen. G heeft dus 1 kruis, D 2 kruisen, A drie kruisen etc. Hetzelfde bij de mollen. Als er wordt gevraagd: hoeveel voortekens bevat de toonladder van des, dan kijk je in de cirkel. Des staat aan de mollenkant. Dan ga je tellen. Er zijn 5 mollen in die toonladder. Het rijtje waarin tonen een kruis krijgen, is
fic-cis-gis-dis-ais-eis-bis. Bij 3 kruisen (=toonladder van A!) krijgen F, C en G dus een kruis. Bij mollen is het rijtje
bes-es-as-des-ges-ces-fes. Merk op dat dit het kruisenrijtje is, maar dan omgekeerd! Ik hoop dat je het snapt. Een klein testje:
1) Hoeveel voortekens heeft de toonladder van E?
2) Hoeveel voortekens heeft de toonladder van Es?
3) Hoeveel voortekens heeft de toonladder van Ges?
4) Hoeveel voortekens heeft de toonladder van fis?
5) Hoeveel voortekens heeft de toonladder van C?
6)Welke toonladder heeft 2 kruisen?
7) Welke toonladder heeft 4 mollen?
8) Welke toonladder heeft 1 kruis?
9) Welke toonladder heeft 6 mollen
10) Welke toonladder heeft 5 kruisen?
11) Welke tonen krijgen een kruis/mol in de toonladder van Bes?
12) Welke tonen krijgen een kruis/mol in de toonladder van A?
13) Welke tonen krijgen een kruis/mol in de toonladder van As?
Ik hoop dat het zo een beetje duidelijk is. Tot slot nog twee ezelsbruggetjes voor de reeksen kruisen/mollen:
Bij kruisen: Geef Die Aap Een Bord FisCis
Bij mollen: Flinke Boeren Eten Alle Dagen Gort.
|