Er is een vrouw die me haat. Ze haat me hartgrondig. Ze haat me om de persoon wie ik ben, om de situaties die ik voortbreng, om wat ik beteken - alhoewel we beiden waarschijnlijk niet weten wat ik beteken, om mijn naïviteit, om mijn eeuwige vrolijkheid, om het feit dat ik zweeg toen ik moest zwijgen en op mijn nagels bijt, en om dat ik wist dat ze toen wel eens huilde aan telefoon en ik weet dat ze een zwakke, menselijke, verliefde kant heeft en ook weet dat ik die nimmer zal aanschouwen.
Ik zou veel kunnen vertellen over deze vrouw, maar ook niets. Alles wat ik weet van haar, is van horen zeggen. Meestal zwijgt ze, alsinds tegen mij, en ze kijkt dwars door mij heen. Erdoorhéén, niet naar mij. Ik weet dat ze vorig jaar een beste vriend in zijn nek beet. Hard, want het bloedde. Of was het nu omgekeerd, en beet hij háár? Ik weet het niet meer. Het bloedde. Hart, het bloedde. Vorig jaar leek ze me meer een meisje, misschien is ze dat nu nog. Eigenlijk ben ik meer het meisje van ons twee.
Er is een meisje dat mij haat. Eigenlijk hoort ze mij niet te haten. Het ergert me, het boeit me. Ik weet dat ik er niets aan kan doen en nooit zal kunnen doen. Ze fascineert me. Ze haat me vooral door middel van een man, een jongen. In normale situaties gaat het als volgt: meisje is verliefd op jongen, jongen is verliefd op meisje. Daar eindigt het meestal. Zonder deze jongen was er nooit over enige vorm van haat gesproken. Zonder mijzelf was er ook nooit over enige vorm van haat gesproken. En zonder haar was er ook nooit over enige vorm van haat gesproken.
Meisje werd verliefd op jongen, jongen werd verliefd op meisje, meisje maakte het uit, jongen was er kapot van, ander meisje probeerde jongen te troosten, jongen maakte naar eigen zeggen gebruik van het meisje om het verdriet te verdrijven, ander meisje werd verliefd op jongen, jongen werd een beetje verliefd (dacht hij) op ander meisje, jongen hield een feestje thuis, ander meisje zoende jongen, of jongen zoende ander meisje, meisje belde, meisje zei dat ze nog steeds verliefd was, jongen ging weer kapot, ander meisje ging een beetje kapot, meisje ging kapot, alles ging kapot, meisje werd verliefd op jongen, jongen werd verliefd op meisje, meisje haat(te) ander meisje.
Dat is het verhaal dat ik ken. Het is geen mooi verhaal. Er staan te weinig woorden in om mooi te zijn, en te veel om het te kunnen begrijpen. Er is een meisje dat me haat, zegt de jongen. Misschien haat ze me. Zomaar. Ze fascineert me.
|