Soms wil je dat mensen vliegen zijn, dan kun je ze gewoon doodmeppen als ze teveel aan je kop zagen. Of nog beter, dan kan je ze de vleugels verwijderen. Je ziet ze dan vleugelloos verloren rondlopen, net een mens zonder armen. Helaas zijn ze dan nog steeds irritant, het is dan beter om een snelle, efficiënte en humane dood toepassen. De conventie van Genève heeft dus toch gelijk.
Zo ook deze vlieg. Het is een man, vader van twee monstertjes en een liefhebbende, thuiswerkende, haar-echtgenoot-met-de-buurman-bedriegende, vrouw. Het gezin woont in een typische Vlaamse verkaveling, huizen met grenzen van vier meter en doorkijkwoonkamers.
Als de man gaat werken gebeurt dit steeds in maatpak. Ook al is het ‘casual Friday’ op kantoor. Maatpakken stralen volgens de man degelijkheid uit en dat is wat de man met de pet wilt. De man vergeet dat we in de 21e eeuw leven, een tijdperk waarin maatpakken voor saaiheid en grijzemuizenpolitiek staan.
’s Ochtends voor de man gaat werken, als de kinderen door zijn liefhebbende, haar echtgenoot-met-de-buurman-bedriegende vrouw naar school gevoerd worden, kijkt hij in de spiegel om zijn dagelijkse peptalk te doen. Een kleine opfrissing voor zichzelf hoe fantastisch hij wel niet is. De werkelijkheid is echter anders. We zien eerder een man van middelmatig postuur, niet echt groot, niet gespierd en ook niet pezig, met een beginnend buikje. Van het goede leven. Nochtans let hij op zijn lijn. Als hij de kinderen op woensdagnamiddag meeneemt naar de McDonalds, drinkt hij een cola light na zijn Big Mac met frieten en mayonaise. Hij let dus echt wel op zijn figuur.
De man brengt zijn gezicht dichter bij de spiegel, kijkt recht in zijn ogen. Vrouwenverdrinkendblauwe ogen van zijn spiegelbeeld. De werkelijkheid is alweer anders, fletse kleine Belgische zomerhemelblauwe ogen met daaronder een scherpe neus. De drie min of meer symmetrische fronsrimpels op zijn te uitgerekte voorhoofd geven hem een onvriendelijk uiterlijk, geen streng maar rechtvaardig uiterlijk zoals hij denkt. Zijn krullen worden in bedwang gehouden door een kort kapsel dat hij al jaren heeft, de kapster op de hoek van de straat kan er eenmaal niets anders mee aanvangen. Zijn lippen zijn twee rechte, smalle streepjes die, als hij lacht, nooit meelachen. Geen sensuele kuslippen dus. Zijn oren worden door het kapsel benadrukt, het zijn geen schattige zachtroze schelpvormige oren, ook geen krachtig mannelijke oren met stevige oorlellen, maar zowaar, het zijn puntige oren, bijna elfachtig.
Als puber had hij slechts een stoppelbaard in de keel en het beschuldigende “Meester, meester, hij heeft het gedaan!”- toontje uit het lager onderwijs is nooit echt verdwenen.
Soms wou je dat mensen vliegen waren. Ik zap Pieter de Crem weg en mep nadien een vlieg dood.
__________________
Je moet de kat niet bij de melk zetten. Ik ben de kat, wil jij dan de melk zijn?!
|