Momenteel ben ik chemie aan het studeren, en ik bots toch op een kleine vraag: waarom is er zoiets als een kritisch punt en niet gewoon én een kritische temperatuur en een kritische druk.
Als je de temperatuur van een systeem met een vloeistof en haar damp zou blijven opwarmen bekom je dus dat de dampdruk verhoogt, waardoor de dichtheid van de damp stijgt en de dichtheid van de vloeistof verlaagt. Dit zou dus toch moeten kunnen doorgaan tot de dichtheid van damp en vloeistof gelijk zijn en dus een kritische toestand bereikt is? Net zozeer met de druk, denk ik dan: druk stijgt, dus de dampdruk stijgt, waardoor de dichtheid van de damp stijgt, dit kan dus ook in principe tot aan de dichtheid van de vloeistof waardoor een kritische toestand bereikt wordt?
Dat het tripelpunt een punt is, begrijp ik doordat bij toepassing van de faseregel van Gibbs (vrijheidsgraden = C + 2 - F = 1 + 2 - 3 = 0, wat dus zoveel betekent als dat de druk en temperatuur vastliggen als je een zuivere stof (1 onafhankelijke component) hebt die in 3 fasen in evenwicht bestaat (vl, g en v)). Maar als ik dezelfde regel toepas op het kritische punt, kom ik geen zinvolle resultaten uit (bij kritische temperatuur vormen de vloeistof en haar damp 1 fase, wat dus 2 vrijheidsgraden zou geven, wat in principe onmogelijk zou zijn.
Kan iemand me uitleggen welke redenering er wel achter zit en eventueel waarom de faseregel niet opgaat hier (of wat ik verkeerd doe met die faseregel). Of kan iemand me uitleggen waar de fouten zitten in mijn denkwijze?
__________________
vaknar staden långsamt och jag är full igen (Kent - Columbus)
|