Kan iemand mij uitleggen wat dit ook alweer precies inhoudt? En wanneer en hoe je het toepast (met voorbeeldje als het kan). Tijd geleden dat we dat gehad hebben en is voor SE toets.
Bij een beperkt aantal werkwoorden met een e in de stam, kan deze veranderen in i of ie. Bijvoorbeeld bij geben, lesen, treten, essen enz. Ik ken ze niet allemaal meer, maar op internet kun je ze vast vinden.
De e verandert bij 3 vormen: bij 2e enkelvoud, 3e enkelvoud en in de gebiedende wijs enkelvoud.
Je krijgt dan bijvoorbeeld
Lies! ipv Lese!
Du liest
Er liest ipv er lest
Tritt!
Du trittst
Er tritt
Gib!
Du gibst
Er gibt
Enz. Er is ook nog een regel om te bepalen wanneer je ie gebruikt en wanneer alleen een i. Iets met klemtoon was dat, maar ik ken die regel niet en als je dat rijtje leert heb je dat ook niet nodig.
De regelmatigheid bestaat erin, dat de e/i-wechsel uitsluitend bij "sterke" werkwoorden plaatsvindt, dwz werkwoorden waarvan de verleden tijd een klinkerwijziging ondergaat tov de tegenwoordige tijd (geben - gab), derhalve "gibst, gibt". Maar "beten (bidden), betete", dus geen e/i-wechsel: "betest, betet".
__________________
"Wen von den praktischen Juristen überfällt nicht manchmal das tiefe Gefühl der Leere und des Ungenügenden seiner Beschäftigung?" von Kirchmann