~titel~
Verstijfd stond ze daar. Haar benen trilden en ze voelde overal pijn. In haar hoofd was het het ergst. Er rolde een traan over haar wang. Een golf van pijn stroomde door haar hele lichaam. Ze zakte door haar benen en belandde op de grond. Het meisje barstte in een huilen uit. Toen ze een paar minuten later de voordeur hoorde opengaan haastte ze zich naar haar kamer en deed ze de deur op slot...
Ze schuivelde naar de spiegel. Langzaam, heel langzaam. Ze sloot haar ogen. Het meisje twijfelde.
Durf ik te kijken? Bang voor wat ze zou zien keek het meisje naar beneden. Nee, besloot ze.
Ik kijk niet. Ze draaide zich weer om en liep langzaam van de spiegel weg. Toen ze er een paar meter van verwijderd was, draaide ze zich toch om... en keek. Ze zag het gezicht. Haar gezicht. Het mooie gezichtje, vol met scheuren en krassen. Bloed. Het meisje staarde. Haar blik op haar spiegelbeeld gericht. Ze voelde een vlaag van misselijkheid opkomen. Wat was ze toch lelijk.
Ik snap het wel, dacht ze. Ik vind het niet gek. Ik ben stom. Mama schaamt zich voor me. Maar ik snap het wel...
Haar hoofd voelde steeds zwaarder aan. Het gebonk werd erger. Haar armen werden slap en bungelden doelloos naast het lichaam. Haar beentjes gaven het op. Ze konden niet meer. Het meisje zakte in elkaar. Ze gaf zich totaal over aan de pijn. Ze probeerde er niet meer tegen te vechten, zoals ze vaak wel deed. Maar de boodschap was nu wel duidelijk.
Niemand wil me. Het meisje legde haar hoofd rustig neer op de koude vloer, en liet de pijn het helemaal overnemen. Ze vocht niet meer. Wat had het ook voor zin? Ze was zo'n verschrikkelijk monster! Niemand wilde haar. Zelfs haar eigen moeder niet.
Het meisje haar ademhaling werd rustiger. Haar oogleden werden zwaarder. Ze was moe. Te moe. En ze had pijn. Het liefst zou ze gaan slapen en nooit meer wakker worden. Ze sloot haar vermoeide oogleden. Langzaam zakte het meisje weg in een diepe slaap. Drie dagen later zou ze wakker worden, maar niemand miste haar...
"Rat!" riep mama. Het meisje werd naar de keuken gesleurd. Het meisje keek naar beneden. Ze voelde brandende ogen die haar aanstaarden. Aan de stem van mama te horen was het weer zo laat.
Waarom? Wat heb ik gedaan? Het meisje vroeg maar niks.
Ik ben stout geweest, concludeerde ze. Mama pakte haar arm beet. Ze kneep. Heel gemeen. "Vuile rat! Wat heb ik toch aan jou!" Mama schreeuwde. Het meisje bleef naar beneden kijken, wachtend tot er pijn zou komen. Ze hoorde haar moeder een paar stappen achteruit lopen. Toen kwam de pijn. Tegen haar linker zij. Deze keer was het een bezemsteel.
Mama stop! schreeuwde het meisje van binnen. Nog een klap. Het meisje viel om. "Je verdient niet beter," zuchtte haar moeder.
"Monster," siste ze nog, toen ze de achterdeur uit liep.
Het meisje was alleen achter gebleven in het grote lege huis. Met pijn in haar zij en in haar maag. Ze kom amper bewegen. Toch moest ze wel. Ze móest opstaan voordat haar moeder weer terug kwam.
Het meisje wist donders goed hoe mama over haar dacht. Als ze hier zou blijven liggen en mama zou haar vinden, zouden de gevolgen niet te overzien zijn.
Ik moet opstaan. Ik stel me aan. Een monster ben ik. Ik moet mama gehoorzamen, maar ik ben stout. Ik verdien de pijn wel. Want ik maak mama ongelukkig... Het meisje ademde in. Voorzichtig krabbelde ze overeind. Een pijnscheut overdonderde haar. Langzaam ademde ze uit.
Rustig aan. Ik moet opstaan. Straks komt mama! Ze deed nog een poging om op te staan.Het meisje negeerde alle pijn. Ze reikte zich uit en pakte zich vast aan het aanrechtblad. Voorzichtig trok ze zichzelf omhoog. Ze stond.
Eindelijk.
Het meisje was al in haar bedje gekropen. Alleen. Nooit een nachtzoen, of een verhaaltje. Mama was zelfs nog niet thuis. Het meisje was alleen. Nee. Ze was voor niemand belangrijk. Dat had mama haar immers zelf nog gezegd. En mama's hebben altijd gelijk. Dat had het meisje geleerd.
Lelijke en ongehoorzame kinderen waren slecht. SLECHT. Ze was slecht.
Ze hijgde. Haar hart klopte in haar keel. Ze kon zich nu nog bedenken. Nu kon ze nog terug. Zou ze het doen?
Waarom niet?
Het meisje had zo ontzettend veel pijn. De pijn die van buiten zichtbaar was was nog lang niet zo erg als de pijn die van binnen zat. Maar niemand gaf erom. Niemand.
Het meisje was afgelopen nacht verschrikkelijk afgeranseld. Ze was stout geweest. En daarom moest ze onmogelijke opdrachten uitvoeren. Huilen was verboden. En ongehoorzaamheid werd opnieuw bestraft. Maar huilen kon het meisje toch al niet meer. In al die nachten, die ze alleen in haar koude kamertje had doorgebracht, had het meisje zichzelf in slaap gehuild. De tranen waren nu wel op. Helemaal op.
Het meisje was die nacht geslagen. Met riemen. Tot het vlees van haar tere ruggetje open was gescheurd. Het donkergekleurde bloed wat er langzaam uitstroomde werd volkomen genegeerd. Daarna werd ze in een hoek gezet en mocht ze niet bewegen. Iedere beweging werd afgestraft met een schop of een stomp. Maar het meisje hield dapper vol. Ze moest. Geen keus. Nu had ze die wel. Maar welke uitweg was de beste?
Een zucht. Nogsteeds twijfel.
Niemand zal het opmerken. Alleen mama misschien. Maar die zal me niet missen. Ik maak haar ongelukkig! Nee, mama is absoluut beter af zonder mij. Nog een zucht. Misschien wel de laatste. Er zal geen verschil zijn. Misschien is het dan toch maar beter...
Het meisje haar enige oplossing. Ze was stout, ongehoorzaam en lelijk! Ze verdiende de goede zorg van mama niet. Het meisje verdiende het leven niet. En dat was wat mama ook altijd zei. Daarom wilde het meisje iedereen een plezier doen. Daarom. Niet voor zichzelf. Voor haar moeder...
Ja, ik weet het zelf niet. Ik ben eraan begonnen een keer... en ik twijfel of ik er verder tijd in moet steken. Mayb kunne jullie tips geve...