Ik heb een poging gedaan tot iets schrijven en ik ben benieuwd of het iets is. Ik ben niet van plan om dit nog verder tot iets uit te werken ofzo. Het is meer dat ik naast gedichten ook eens een verhaal wilde proberen te schrijven en dit is het dus geworden:
(Ik wil graag horen als het niets is en opbouwende kritiek krijgen zodat ik er wat van kan leren!)
Zaterdag
Het midden van een weekend begint op de tweede dag. Dat zal nooit veranderen, net als de pannenkoeken van je vader. Hoeveel spellingen er ook over dat woord gaan, pannekoeken, pannenkoeken, ze blijven ietsjes te dik.
Eerst waren televisieprogramma’s nog niet voor mij bedoeld dus volgde ik mijn eigen programma. Ik had immers al vijf vaste personages. Mijn broer en zus naast elkaar op het lange gedeelte van de hoekbank, want de hoek zelf was van mijn vader en ik zat tegen mijn moeder aan. Ze stond altijd twee keer op om haar koffie te pakken en daarna weer weg te zetten.
Ik ergerde me aan mijn broer die te hard zijn limonade dronk. Deze hoorde ik klotsen in zijn mond en als hij zich verslikte en kuchte en proestte moest ik stil lachen. Dat mocht, grinniken om mijn hoofdpersonen, ze deden toch nooit wat ik wilde.
Na de televisie, het hoesten en mijn vader die even naar buiten ging, om een frisse neus te halen met een sigaret tussen zijn lippen, kwam de taart. Ik peuterde zorgvuldig mijn hele appeltaartje uit elkaar met mijn vorkje om hem vervolgens nootje voor appeltje voor deegbrokje op te eten. Achteraf gezien had ik natuurlijk mijn taartstukjes moeten sorteren om meer tijd te rekken. Maar zendtijd is kostbaar.
Na de taart veranderde ik in een figurant. Ik ging op in het decor en probeerde niet op te vallen.Vooral niet praten, want figuranten praten niet. Mijn moeder werd de regisseur en zodra ik teveel opviel werd ik uit mijn eigen programma gezet.
Laatst gewijzigd op 12-03-2007 om 20:20.
|