Registreer FAQ Berichten van vandaag


Ga terug   Scholieren.com forum / Kunst & Cultuur / Verhalen & Gedichten
Reageren
 
Topictools Zoek in deze topic
Oud 19-06-2007, 14:56
Halflight
Avatar van Halflight
Halflight is offline
Met gierende banden komen we tot stilstand voor een huis, ik knijp mijn ogen half dicht om iets te kunnen zien in het donker. Voor ons staan rijtjeshuizen, enigszins haveloos en schijnbaar verlaten. Het is stil in de auto, Anna zegt geen woord. Ik gris het pakje sigaretten uit het dashboardkastje en knip net zolang met de aansteker tot er een vertrouwd vuurtje uit voortkomt. Ik steek twee sigaretten aan en geef er een aan Anna. We zijn nog steeds stil. Ik adem de rook in en ontspan. ‘Ik weet het niet meer, hij maakt me zo moedeloos.’ Anna knikt, maakt aanstalten om te praten maar wacht tot ik mijn verhaal afmaak. ‘Ik weet niet meer wat ik moet doen. Ik kan elke seconde opschrijven, zijn gedrag, zijn, acties, woorden, gebaren analyseren maar het schiet niet op. De puzzel is niet op te lossen.’ Gefrustreerd schop ik in het niets. ‘Zal ik de puzzel voor je afmaken?’ zegt Anna en zonder op mijn antwoord te wachten gaat ze verder: ’Hij wil je niet, meer kan ik er niet van maken. Hij houdt van je, heel veel zelfs, maar niet meer dan dat.’ Ze werpt me een meelijdende blik toe. Ik laat de woorden op me inwerken en zak onderuit.

Hij wil me niet, Marc wil me niet. In mijn hoofd speel ik de momenten af dat we samen zijn geweest. Ik hoor onze gesprekken aan, die altijd vol frustratie verlopen. Langzaam kruipen mijn gedachten terug naar 14 februari, de dag van de liefde. In mijn leven de meest wrange dag die ik ooit heb mogen beleven. De vruchteloze poging hem te versieren die uitmondde in totale weerzin van zijn kant. Allebei aangeschoten, ik wanhopig verliefd en hij probeerde alleen maar te vluchten. Wilde me niet kwetsen, maar moest vertellen dat hij geen relatie wou, om de pijn te verzachten mompelde hij er achter aan dat het echt niet aan mij lag. Die woorden brachten voor het eerst die avond een lach op mijn gezicht. Woorden die je zo vaak leest, woorden die vaak genoeg worden bespot, en die vervolgens recht in je gezicht worden gezegd, ironie brengt verlichting. De herinneringen vervagen als ik de motor hoor starten. Er landt wat as op mijn zwarte broek, maar de wind blaast het weg als we terugrijden in volle vaart.

Anna’s blik is verbeten als ze haar vierdehandse zwarte Honda Civic over de weg laat razen. We rijden in een woonwijk, maar net als elke andere externe factor kan het haar er niet van weerhouden als een waanzinnige te rijden. De hysterische rit door de nacht voedt mijn pessimisme en ik probeer een manier te bedenken Marc pijn te doen. Ik vraag het Anna, maar ze is geconcentreerd op de weg en de muziek die uit de boxen schalt. Een paar verdwaalde figuren kijken verstoord op als we langsrijden. Even later rijden we de straat binnen waar het feest nog in volle gang is. Achter de ramen zie ik mensen dansen en lachen. In de verte doemen wat stipjes op en als we dichterbij zijn komt de gestalte van Marc tevoorschijn. Vrolijk lacht hij naar ons terwijl Anna met een noodvaart maar net langs hem heen rijdt. Lachend parkeert ze de auto dwars over twee vakken. De muziek valt stil en we stappen uit. De deur valt achter me in het slot.

We lopen over een binnenplaats in de richting van het huis waar iedereen het zichtbaar naar zijn zin heeft. Buiten zitten wat mensen op een bankje, als we aan komen lopen begint iemand mijn naam te gillen, ik herken Marc gelijk. Voordat ik kan antwoorden gilt hij weer mijn naam, ik sta even stil en er valt een vreemd gevoel van zelfvertrouwen over me heen als ik me bedenk dat het hem tot in het uiterste moet frustreren als ik zonder een woord te zeggen doorloop. Ik loop door en hou mijn kaken stijf op elkaar. Als ik langs hem loop, hem nog steeds negeer, kijkt hij me verbouwereerd na. Als ik binnen ben in het huis duik ik de wc in en adem diep in en uit. Ik kan me niet heugen hem ooit geen aandacht te hebben gegeven. Mijn gebruikelijke tactiek zijn eeuwige liefde te veroveren mond meestal uit in het hem overladen met aandacht. Als ik weer genoeg moed heb verzameld mijn nieuw hervonden tactiek opnieuw toe te passen stap ik de wc uit. Als ik de kamer inloop zie ik overal eten, drinken en mensen slingeren. Het is een chaos en ik draai me weer om. Voor me staat Anna, die uit de koelkast een fles wijn tevoorschijn heeft getoverd. Triomfantelijk steekt ze hem voor zich uit. Zonder een woord te wisselen weten we beide dat we teruggaan naar de auto. We lopen weer naar buiten en zwijgend loop ik langs Marc, die nog een laatste poging doet mijn aandacht te krijgen. Met een zelfvoldane glimlach loop ik verder, Anna lacht als ze me ziet. ‘Het werkt hoor, voor nu.’

Zwijgend zitten we naast elkaar, drie in gedachten verzonken personages. We roken alledrie, ik gefrustreerd, Anna in totale ontspanning en Marc in twijfel. Glas wijn binnen handbereik. We praten wat, over net niks, mijn mond produceert alleen woorden van pure machteloosheid. De stilte duurt voort tot Anna hem doorbreekt met de vraag of ze even de auto moet verlaten. Het is een retorische vraag en ze stapt uit. We zijn alleen.

Marc kijkt verbeten voor zich uit, die blik ken ik zo goed. Ik weet nauwelijks wat ik aan moet met de stilte die valt tussen ons, steek nog een sigaret op en inhaleer diep. ‘We moeten echt praten’. Ik kijk op zij en kan de pijn van zijn gezicht lezen. Ik knik, verder stil. Hakkelend begint hij te praten. Over hoe hij nachten lang wakker ligt, denkend over ons. Verrast laat ik die woorden op me inwerken, terugdenkend aan de nachten die ik heb opgeofferd aan hem. Hij vertelt verder over hoe hij niet weet wat te doen, over hoe hij zijn ouders gek maakt met de verhalen over mij. Zijn woorden gaan soms langs me heen, maar meestal luister ik aandachtig naar de spaarzame nuttige informatie die uit zijn mond sijpelt. Als het gesprek stil valt kijk ik wat voor me uit. Voor ons rijtjeshuizen, uit een huis lopen constant mensen in en uit. Mijn gedachten dwalen af naar de mogelijke levens achter die muren. ‘He, luister je nog wel?’ Geïrriteerd kijkt hij naar me, ik herstel me snel en luister weer geduldig. Hij vervolgt zijn verhaal en vertelt me hoe ik de toon van zijn dag bepaal. Op de vraag van mij wat hij van me wil heeft hij geen antwoord. Maar hij wil onze vriendschap niet op het spel zetten door een zoen, of een daar uit voortvloeiende relatie omdat hij bang is voor het moment waarop het ooit misschien uit gaat. Maar aan de andere kant weer wel en hij kon niet kiezen en was bang. De minuten, tientallen minuten, waarin hij dit naar voren bracht waren ronduit ontroerend. Hij was vreselijk onzeker en eerlijk, over alles. Zo zaten we ruim een uur naast elkaar, in die zwarte Honda Civic. Het was donker buiten en de kou van de nacht sloop langzaam de auto in. Ik ril en hij legt zijn jas over me heen, mompelend dat het nu net als in de film is. Ik grinnik, maar voel me ondertussen gekoesterd en geliefd.

Na een wat onzekere afsluiting van ons gesprek komt Anna er aan gerend. We laten haar binnen en hij duikt op de achterbank. Even later volg ik en ga bij hem liggen. Mijn hoofd op zijn borst, zijn armen om me heen. We praten over later en over ons, luchtig en liefdevol. Anna ligt op de voorste banken en de mix van drank en de hysterie van de nacht lijken haar weinig goed te doen. Het wijnglas, half gevuld met witte, goedkope wijn, klettert op de grond als ze met veel handbewegingen haar opperbeste stemming kenbaar wil maken. Grijnzend als een pas ontsnapte tbs’er woelt ze met haar handen door het glas. Marc en ik doen een halfslachtige poging haar te behoeden voor glasscherven in haar handen, maar eigenlijk willen we niet bezig zijn met haar. Ik leg mijn hoofd weer op zijn borst en hoor het slaan van zijn hart. Na een half uur liggen, praten, lachen en in alle rust genieten komen wat feestgangers richting de auto, of we weer terug komen, we zijn immers al uren weg. Marc grijpt de kans aan om uit de rare sfeer te ontkomen die er in de auto hangt. Ik volg, natuurlijk volg ik. De rest gaat al vast, terwijl hij me de auto uit helpt en vlak voor dat ik die daadwerkelijk uit ben zegt hij:’Onze tijd komt nog wel’. Ik kijk hem aan, glimlach, pak zijn hand vast en samen lopen we terug naar het feest.
Met citaat reageren
Advertentie
Reageren


Regels voor berichten
Je mag geen nieuwe topics starten
Je mag niet reageren op berichten
Je mag geen bijlagen versturen
Je mag niet je berichten bewerken

BB code is Aan
Smileys zijn Aan
[IMG]-code is Aan
HTML-code is Uit

Spring naar

Soortgelijke topics
Forum Topic Reacties Laatste bericht
Verhalen & Gedichten De waanzin van het kapitaal
Verwijderd
7 08-06-2010 08:37
Psychologie Verliefd zijn: to be or not to be
-SoloWolf-
21 29-11-2006 19:20
Verhalen & Gedichten UITSLAG WEDSTRIJD: Predikt de waanzin en de zwartgalligheid!
CSN
83 03-02-2006 05:24
Verhalen & Gedichten WEDSTRIJD-POLL: Predikt de waanzin en de zwartgalligheid!
xineof
231 22-01-2006 15:10
Verhalen & Gedichten WEDSTRIJD: Predikt de waanzin en de zwartgalligheid!
Verwijderd
255 08-01-2006 01:51


Alle tijden zijn GMT +1. Het is nu 22:09.