Duitse zinnetjes

[porreye1992]

k

[Kesa]

In de originele zinnen heb ik tussen ' [ ] ' dingen gecorrigeerd, dikgedrukt staat de uitleg daarbij.

porreye1992 schreef:

Aangezien Duits niet mijn beste vak is zou ik willen vragen of er aub iemand mijn taak eens zou willen nakijken. Ik moet namelijk zinnen vertalen en ik bak er niet zo veel van. Alvast bedankt.

1.Weet je nog aan wie je de krant gegeven hebt?
Weisst [Weißt] du noch an wer [an wem] du die Zeitung gegeben hast?

Je mag weißt noch met een ringel-s schrijven als je wilt. Verder gebruik je een meewerkend voorwerp ( iets aan iemand geven ), dus wordt het 'an wem'.

2.Waarvoor moet ik me eigenlijk zo inspannen?(sich für etwas anstrengen)
Waführ [Wofür] muss ich mich eigentlich so anstrengen?

Waführ moet wofür zijn.

3.Waarover gaat het in dit artikel? sich um etwas handeln
Warüber [Worüber] handelt es sich im diesen Artikel?

Warüber moet worüber zijn ( waar- is in het Duits wo- ).

4.Weet u waar de heer Meier woont?
Wissen Sie wo den Herr[n] Meier wohnt?

In de vierde naamval krijg je 'Herrn Meier' vanwege de zwakke verbuiging.

5.Weet u wanneer de trein vertrekt?
Wissen Sie wenn [wann] der Zug abreist?

Voor abreisen zou je ook abfahren ( dus abfährt ) kunnen gebruiken, wordt vaker in deze context gebruikt. Daarnaast gaat het hier om een tijd, 'wanneer' de trein vertrekt, dus krijg je 'wann'.

6.Wanneer vertrekt u? We vertrekken zodra we met ons werk klaar zijn.
Wenn [Wann] reisen Sie ab? Wir reisen ab einmal [sobald] wir mit unsere [unserer] Arbeit fertig sind.

Zodra = sobald. Verder is Arbeit vrouwelijk en heb je 'mit' als lidwoord. Dat geeft een derde naamval vrouwelijk en met de uitgang '-er', dus unserer.

7.Hoe hoog moet de boekenkast zijn?
Wie hoch muss den Bücherschrank sein?

Zelfstandige naamwoorden altijd met hoofdletters!

8.Weet jij wat voor een DVD speler je ouders hebben?
Weist [Weißt] du, was für einen DVD-spieler deine Eltern haben?

DVD-Spieler is mannelijk ( der Spieler ) en door het lidwoord 'für' gebruik je vierde naamval mannelijk, dus 'einen'. Verder is 'deine Eltern' in dit geval onderwerp ( er is sprake van een hoofdzin en bijzin ), waardoor het gewoon 'deine Eltern' blijft.

9.Wat voor een wagen heeft hij?
Was für ein Auto hat er?

10.In welk nummer woont u?
Im welchen Zahl wohnen Sie?

De zin klinkt raar, gebruik liever 'In welcher Hausnummer'.

11.Wat is het bekendste werk van Thomas Mann?
Was ist das bekanntste [bekannteste] Werk von Thomas Mann?

Je gebruik 'Werk' als zelfstandig naamwoord, dus mag je 'bekanntste' als bijvoeglijk naamwoord met een kleine letter schrijven'. Verder is het trouwens 'bekannteste

12.Om welke reden werd hij ontslagen?(Grund-gekündigt werden)
Um welcher [welchen]Grund wird [wurde] er gekündigt?

Um is een voorzetsel voor de vierde naamval. Het is 'der Grund', dus als je dat vervoegd naar mannelijk-vierde naamval krijg je 'Um welchen Grund'. Ook 'wordt' hij niet ontslagen ( = inderdaad wird ), maar 'werd' hij ontslagen ( = wurde )

13.Tot wanneer heb jij vakantie?
Bis wann hast du Ferien?

14. Waaraan heeft deze ambtenaar zijn bevordering te danken?(Verdanken+Dativ)
Wahrein [Woran] hat diese[n] Beamter seine Promotion zu verdanken?

Waaraan = woran. Verder gebruik je hebben, dus de ambtenaar is lijdend voorwerp. Het is daarom ook 'diesen Beamter'. Promotion kun je als bevordering gebruiken, maar wordt vaker gebruikt voor het promoten voor artikelen. Je zou ook Aufstieg kunnen gebruiken ( Der Aufstieg = seinen Aufstieg; in deze zin althans ).

15.Waardoor komt het dat hij verloren heeft?
Wadurch [Wodurch] kommt es, dass er verloren hat?

Wadurch = wodurch. Tenslotte kun je 'das' niet vervangen door het woordje 'het', dus gebruik je het woordje 'dass'. Daarnaast gebruik je 'dass' omdat het een voegwoord is.

Ik geloof dat het dit zo moet zijn .

Edit:

Warüber moet worüber zijn ( waar- is in het Duits wo- ).

Nog een kleine aanpassing: waar- is in het Duits wo-, maar waarom is gewoon 'warum'.

[mathfreak]

*ik geef hieronder steeds de originele zin met de correcte vertaling weer*
1.Weet je nog aan wie je de krant gegeven hebt?
Weißt du noch wem du die Zeitung gegeben hast?
*"aan wie" is een meewerkend voorwerp, dat de derde naamval heeft, dus je krijgt wem (de derde naamval van wer) als meewerkend voorwerp*
2.Waarvoor moet ik me eigenlijk zo inspannen?(sich für etwas anstrengen)
Woführ muss ich mich eigentlich so anstrengen?

3.Waarover gaat het in dit artikel? sich um etwas handeln
Worüber handelt es sich im diesen Artikel?

4.Weet u waar de heer Meier woont?
Wissen Sie wo den Herrn Meier wohnt?
*Herr is een zwak zelfstandig naamwoord dat in de tweede t/m de vierde naamval enkelvoud een extra -n en in alle naamvallen in het meervoud een extra -en krijgt*
5.Weet u wanneer de trein vertrekt?
Wissen Sie wann der Zug abreist?
*wenn betekent als, wann betekent wanneer*
6.Wanneer vertrekt u? We vertrekken zodra we met ons werk klaar zijn.
Wann reisen Sie ab? Wir reisen ab sobald wir mit unserer Arbeit fertig sind.
*Arbeit is vrouwelijk en mit heeft de derde naamval, dus je krijgt "mit unserer Arbeit"*
7.Hoe hoog moet de boekenkast zijn?
Wie hoch muss den Bücherschrank sein?
*Bücherschrank is een zelfstandig naamwoord en moet dus met een hoofdleter worden geschreven*
8.Weet jij wat voor een DVD speler je ouders hebben?
Weist du was für einen DVD-Spieler deine Eltern haben?
*DVD-Spieler is mannelijk en für heeft de vierde naamval, dus je krijgt "was für einen DVD-Spieler"*
9.Wat voor een wagen heeft hij?
Was für ein Auto hat er?

10.Op welk nummer woont u?
Auf welche Nummer wohnen Sie?

11.Wat is het bekendste werk van Thomas Mann?
Was ist das bekannteste Werk von Thomas Mann?
*de overtreffende trap van het bijvoeglijk naamwoord bekannt is bekanntest en krijgt geen hoofdletter, tenzij het bijvoeglijk naamwoord zelfstandig wordt gebruikt, bijvoorbeld der Arbeitsloser*
12.Om welke reden werd hij ontslagen?(Grund-gekündigt werden)
Aus welchem Grund wurde er gekündigt?
*werd is verleden tijd, dus je moet dit vertalen als wurde*
13.Tot wanneer heb jij vakantie?
Bis wann hast du Ferien?

14. Waaraan heeft deze ambtenaar zijn bevordering te danken?(Verdanken+Dativ)
Woran hat diese Beamter seine Promotion zu verdanken?

15.Waardoor komt het dat hij verloren heeft?
Wodurch kommt es, dass er verloren hat?
*das is het aanwijzend voornaamwoord, maar je moet hier het voegwoord dass gebruiken*