![]() |
|
“De psycholoog heeft me heel goed in mezelf laten kijken, me geconfronteerd met mezelf, ze kwam met de goede vragen en de goede punten waardoor ik ook zelf ben gaan nadenken. Ze was heel open, ze gaf me een gevoel van: bij haar kan ik mijn verhaal kwijt. Ze nam ook de tijd om een band op te bouwen. Het één keer in de twee weken gesprekken voeren vond ik wel goed, ik had best een tijd nodig om alles wat ze vroeg te verwerken.”
“De psychomotorische therapie heeft me enorm geholpen, de aanpak om jezelf te leren je lichaam te accepteren. Ik heb daar veel gespiegeld, ik kreeg meer berusting.” “En wat ik ook heel positief vind is dat je toch een bepaalde druk hebt. Je moet voldoen aan bepaalde gewichtseisen, anders stopt de behandeling. Je moet er echt keihard voor gaan, meteen vanaf de eerste week. En dat heeft heel goed geholpen om het zo snel mogelijk om te zetten. De knop, zeg maar. Je krijgt een contract dat je tekent en daarin zeg je dat je het er mee eens bent, dat je niet meer braakt, niet meer laxeert, niet meer jezelf beschadigt, dat soort dingen. En zo snel mogelijk het eetprobleem aanpakt en aan gaat komen, dus dat je lichamelijk sterker wordt. Daarna begint echt het proces van het praten. Zodra jij lichamelijk hersteld bent, dan pas gaat er echt gekeken worden naar wat erachter zit.” “De hulpverleners hebben je door. Ze zijn streng, maar kunnen inschatten wat je kunt hebben.” Bron: http://www.centrumeetstoornissen.nl/...spx?PageID=320 |
![]() |
|
|