Verkrampt en geestelijk verstramd
zijn mijn gedachtenissen
Een lang wrok koesterend
vol stille, bittere haat
Angst voor het benauwde verleden
rijkelijk gevuld
met afschuwwekkende beelden
Vast geklampt aan vooruitzichten
Gedachtig aan warme, zoete genegenheid
en een onbeantwoorde behoefte
aan liefdeblijk
|