Je krijgt meestal de functies gegeven, bijv Qa = 2p - 10 en Qv = -p + 11
(als die niet gegeven zijn wordt het nog lastiger uitleggen)
deze snijden elkaar bij....Qa en Qv aan elkaar gelijk stellen
Dus Qa = Qv
Dus 2p -10 = -p + 11
3p = 21
p=7
en dan de q berekenen door q in te vullen in een van de twee functies.(q=4)
De omzet is prijs x hoeveelheid, dus p x q
Dus bij een (willekeurig gekozen) p bereken je de q, volgens bovenstaande functies.
En dan doe je p x q = omzet
Hier: in de evenwichtssituatie, p=7.
q = 2p-10 = 4,
omzet = 28
het CS is een driehoek, boven de prijs maar onder de vraaglijn
De punten zijn:
1. het snijpunt van Qa en Qv, hier dus het punt (4, 7)
2. het bijbehorende punt op de y-as, dus (0,7)
3. het snijpunt van Qv en de y-as, dus
Qv=0......-p+11=0......p=11 dus het punt (0,11)
hoe groot is deze driehoek: de helft van basis maal hoogte
dus 1/2 x 4 x 4 = 4 (de eerste 4 wegens 0-4, het verschil x-coordinaten; de 2e 4 wegens 11-7 het verschil y-coordinaten)
Het PS.
is er niet als het voll mededinging is. Is er sprake van bijv een monoplie, dan is het de driehoek onder de prijs maar boven de aanbodlijn.
|