Atoomnummer is hoeveel protonen een atoom heeft. Waterstof heeft bijvoorbeeld atoomnummer één, omdat het één proton heeft, en helium bijvoorbeeld atoomnummer twee, want twee protonen. Welk atoom het is, wordt dus bepaald door het aantal protonen, want bij elk aantal protonen hoort een bepaalde element. Eén proton hoort bij waterstof, twee bij helium.
Het ladingsgetal geeft aan welke lading een atoom heeft. Protonen hebben een positieve lading (+) en elektronen een negatieve (-). Als er evenveel protonen als elektronen zijn, is de totale lading 0, oftewel ongeladen. Is er één elektron meer, is de lading éénmaal negatief. Is er één proton meer, is de lading eenmaal positief. Twee elektronen meer dan protonen? Twee negatief.
|