Hey,
volgende week maandag heb ik een biologietoets, alleen kom ik niet uit deze vraag van de toetsvragen. Alvast bedankt voor het helpen!
Bij een zoogdiersoort komen onder andere de volgende drie allelenparen voor: P,p; Q,q; R,r. Deze allelenparen zijn niet gekoppeld. Alleen het allelenpaar Q,q is X-chromosomaal. Van een groot aantal gameten van een mannelijk dier van deze soort worden de combinaties met betrekking tot deze allelen bepaald. Daarin worden de volgende allelencombinaties aangetroffen:
p, q, R;
P, q, R;
P, q, r;
p, q, r.
Hoe groot is de kans dat bij dit dier een gameet ontstaat met de allelen p, Q, r? Aangenomen wordt dat er geen mutaties optreden.
A 0
B 1/16
C 1/8
D ¼
|