Bloedgroep type o negative
Kopgroep (gele trui enzow)
doelgroep (mensen op het muziekforum)
en natuurlijk
´ac·tie·groep (de ~ (m.))
1 groep van personen die zich aaneengesloten hebben om door openbare actie een doel te bereiken => actiecomité
al·´kyl·groep (de ~)
1 atoomgroep in moleculen met de algemene formule: n atomen koolstof + 2n1 atomen waterstof
ar·res·´ta·tie·groep (de ~)
1 groep politieagenten die bij rellen arrestaties moet verrichten
´beat·groep (de ~)
1 muziekgroep die beatmuziek speelt
be·´drijfs·groep (de ~)
1 vroegere organisatie van gelijksoortige bedrijven [vóór de instelling van de bedrijfschappen]
2 de complete groep vakbondsleden binnen één bedrijf
´beel·den·groep (de ~)
1 geheel van twee of meer plastische figuren
be·´lan·gen·groep (de ~)
1 groep van personen die een gemeenschappelijk belang nastreven
be·´roeps·groep (de ~)
1 groep van personen met hetzelfde of een verwant beroep
be·´vol·kings·groep (de ~)
1 maatschappelijke groepering
´bloed·groep (de ~)
1 elk van de soorten bloed: A, B, AB en O, met een specifieke samenstelling
2 [Ned.] gelijkgezinde groep in een politieke partij [vooral oude fusiepartner binnen het CDA]
´boom·groep (de ~ (m.))
1 partij bij elkaar staande bomen
con·´tro·le·groep (de ~) [statistiek]
1 groep personen of zaken die slechts van de proefgroep afwijkt doordat zij niet onder invloed van de te onderzoeken factor staat
dis·´cus·sie·groep (de ~)
1 groep van personen die van gedachten wisselt over een bepaald onderwerp
´doel·groep (de ~)
1 groep waarop een initiatief gericht is
´ei·lan·den·groep (de ~)
1 aantal bij elkaar gelegen eilanden die geografisch min of meer een geheel vormen => archipel
en·´coun·ter·groep (de ~)
1 groep mensen die zich om therapeutische redenen verdiepen in hun onderlinge relaties
fol·´klo·re·groep (de ~) [in Belg.]
1 groep die in klederdracht deelneemt aan optochten e.d.
ge·´spreks·groep (de ~)
1 groep, gevormd om door gesprekken te komen tot inzicht in elkaars ervaringen of standpunten, ofwel tot de oplossing van bepaalde problemen
ge·´zins·groep (de ~ (v.))
1 groep echtparen die samenkomen om hun huwelijksrelatie te bespreken
´groei·groep (de ~)
1 groep die uitgaande van ideeën uit de humanistische psychologie, gericht is op de persoonlijkheidsgroei van de deelnemers
groep (de ~)
1 aantal min of meer bijeenhorende personen, zaken of dieren
2 aantal mensen dat gezamenlijk iets onderneemt => club, collectief
3 [bk.] voorstelling van gerangschikte figuren in beelden, schilderij enz.
4 goot voor uitwerpselen in koestal => grup
zo alle woordgrapjes ook weer gehad