|
“Eerst ging ik nog wel eens bij haar langs. Dan zaten we op haar kamer te lezen, maar toen sprak ze al niet meer. Dat was vlak nadat Rielly verdween.” Ik zucht een paar keer diep. De agent kijkt me vriendelijk aan en zet een glas water voor me neer.
“En de laatste weken?”
Ik schud mijn hoofd. “De laatste tijd mocht er niemand meer bij haar op bezoek komen. Ik kwam haar nog wel eens tegen in de supermarkt, dan staken we onze duimen naar elkaar op en dat was het.”
“Waarom deden jullie dat?”
“Omdat ik na Rielly’s verdwijning ben opgehouden haar Kiertje te noemen. Ik kwam haar tegen, twee dagen na Rielly’s laatste brief. Ik riep haar, maar ze reageerde niet. Toen ik besefte dat ze geen kiertje meer was, dat ze zichzelf helemaal had gesloten, ben ik haar Slot gaan noemen en toen stak ze alleen even haar duimen naar me op. Sindsdien is het een soort groet. Een dingetje van ons tweeën.”
De agent knikt. “En hoe was ze vóór Rielly in jullie klas kwam?”
Ik denk even na. Ik kan haar gezicht zo voor me zien. Een klein, onopvallend meisje met lang, zwart haar. Kyra. “Zielig.” We zwijgen even. De agent schrijft iets op een kladblok. Ik bijt op mijn lip, ik weet zeker dat dit niet genoeg kan zijn om haar terug te vinden. Er is nog zoveel wat ik kan vertellen…
“Ze was heel onopvallend,” flap ik eruit. De agent kijkt op en glimlacht. “Vertel maar. Alles wat er in je opkomt. Alle beetjes helpen.”
“We noemden haar Kiertje omdat ze… Nou ja, altijd op een kiertje stond. Ze wilde wel contact met de rest van de klas, maar ze was te verlegen. Als je met haar praatte, deed ze heel schutterig, weggedoken achter dat lange haar van d’r, altijd naar haar schoenen kijkend. Ik denk dat ze het heus wel probeerde… Maar daarom noemden we haar dus Kiertje.”
De agent zit alweer ijverig te pennen. Hij kijkt af en toe op, ik denk dat hij medelijden met me heeft. Of misschien vindt hij Kiertje wel zielig. “Werd ze gepest?”
“Ze werd met rust gelaten. Onze meester merkte er niet eens wat van, soms leek het net alsof ze niet bestond.”
“Ze was erg eenzaam?”
Ik buig mijn hoofd en kijk naar mijn handen, die rustig op de tafel liggen. Hoe kunnen mijn handen nou zo rustig blijven, terwijl ik me zo rot voel? “Niemand bemoeide zich ooit met haar. Ik heb een paar keer geprobeerd… Maar ze keek me nooit aan en ik heb ook nog andere vriendinnen die…”
“Je hoeft je niet schuldig te voelen,” zegt de agent snel. “Rielly kwam na ongeveer twee maanden, hè?”
Ik kijk hem recht aan. Toen kwam Rielly, ja. Het mooie, altijd lachende meisje. Iedereen wilde vrienden met haar zijn. Ze was verhuisd, zei ze, nét aangekomen. Ze leek zich thuis te voelen in onze klas, iedereen vond haar meteen aardig. Iedereen wilde naast haar zitten. Ik ontdekte dat toen zelfs Kiertjes deur een stukje verder openging. Rielly grijnsde naar haar. “Hoi, ik ben Renée, maar zeg maar Rielly, dat klinkt leuker.”
Meteen smeet Kiertje de deur wagenwijd open. Wij hadden altijd gedacht dat ze niet harder kon spreken dan een stotterend gefluister, maar ineens schetterde ze door de klas: “Ik ben Kyra, maar ze noemen me hier Kiertje.” Stomverbaasd keken we naar een vriendelijk lachende Kyra, die in de deuropening stond te wachten om de hele wereld binnen te laten. Ze zwiepte haar haren uit haar gezicht. Daar zat Kyra, we konden allemaal haar gezicht zien, en dat ze kon lachen. Ik glimlach naar de agent. Hoe leg je dat nou uit? “Ze waren meteen vriendinnen,” zeg ik maar. “Ze gingen bij elkaar logeren en zo. Rielly mocht mij ook wel. Een keer, toen ze ongeveer een maand bij ons in de klas zat, kwamen ze allebei bij mij logeren. Verkleedfeestje, zeg maar, kussengevecht, videootje, u kent dat wel.”
De agent lacht. “En of ik het ken!”
Ik kan er niks aan doen, een grote grijns breekt door op mijn gezicht als ik denk aan die avond. “Drie meisjes met twee staartjes in roze nachtjaponnen met konijnensloffen, en we hebben Legally Blonde gekeken.”
Als we allebei zijn uitgelachen vraagt de agent: “En wanneer begon Rielly zich vreemd te gedragen?”
“Deed ze niet,” zeg ik, en ik hoor zelf hoe triomfantelijk het klinkt. “Niemand merkte iets aan haar, en als we bij haar logeerden, was er nooit iemand thuis, maar dat had ik ook pas later in de gaten.”
“En jij en Kyra waren haar beste vriendinnen?”
”Ja.” Ik bijt op mijn tong, ik knijp mijn ogen dicht en denk aan die leuke tekenfilm die ik gisteren op TV heb gezien, maar toch weet er één traan te ontsnappen, langzaam druipt het uit mijn linkeroog. “Sommige dingen vertel je gewoon niet, zelfs niet aan je beste vriendinnen.” De kranen gaan nu definitief voor tenminste een kwartier wijdopen. Ik kan het geluid gelukkig uitdraaien, maar de tranen blijven stromen. Een beetje klunzig overhandigt de agent me een zakdoekje. “We kunnen dit gesprek best even uitstellen, hoor.”
“Nee,” snuf ik, “nou wil ik alles ook vertellen. U moet ze vinden, hoor!” Ik snuf twee pakken tissues op voor ik verder kan praten. “Ik heb haar ouders nooit gezien. Ik weet ook niet waarom we dat niet raar vonden. Ik denk dat Kiertje wel wat vermoedde, maar we hebben het er nooit over gehad. Het leek net of het zo hoorde.” Ik durf nu weer naar de foto te kijken. Een klein stukje boven mijn vingers op het tafelblad, ligt een grijnzende Rielly, dwars over haar gezicht heeft ze 'Miss Me??' geschreven. Ik durf de foto niet aan te raken. “Een week nadat ze was weggelopen heeft ze mij en Kiertje een brief geschreven. Die heeft u toch al gelezen hè?”
“Hele bijzondere brieven.”
“Jaaaaa… Rielly was bijzonder. Ik ging daarna heel veel bij Kiertje langs, maar ze heeft nooit meer wat gezegd. De deur ging op slot. Voor altijd.”
“Zelfs de deur van haar huis,” zegt de agent. Het is net of die woorden hem net zoveel pijn doen als mij.
“Ja. Ik mocht er nooit meer binnen.”
“Ze heeft de deur vier jaar geleden gesloten?”
“We gingen samen naar de brugklas. Kiertjes ouders wilden niet dat ze naar een speciale school ging, ze kreeg geen therapie, ze sloot gewoon haar mond. Alleen met mij had ze contact, via schrift en gebarentaal. De leraren hebben van alles geprobeerd om haar te laten praten, maar ze zat echt helemaal op slot. Haar ouders vinden het wel lekker rustig zo.”
De agent kijkt uit het raam en zucht: “Ik denk dat ik wel kan raden wie de sleutel heeft.”
Ik kijk naar de tweede foto. Er staat niets op geschreven. Ik zie alleen een gesloten deur met twee staartjes. Alleen maar Kyra met haar meest gesloten blik. Als je goed kijkt, zie je dat haar pupillen de vormen van sleutelgaten hebben.
__________________
OE MOEME NOEMOE!!!!!!!!!
|