Waar ik mij wend zijn het geen cirkels
van genot. De klamheid van lantaarnen
verwoordt me nu. In een wirwar van lijnen
maak ik nog slechts daar waar ik niets mag
de dienst uit. Fietslamp aan.
Gemoed uit en dan maar peddelen, ik doop
mijn oneindig doolhof namen die nooit vrienden
zouden kunnen worden. Met name in de kiem
gesmoord door tegels en torens. De terugweg is
nog harder en heeft horens kamperfoelie. Lamp maar uit.
ik doop
mijn oneindig doolhof namen die nooit vrienden
zouden kunnen worden.
Dit stukje vind ik het mooiste. Verder heb ik het gedicht een paar keer gelezen, maar zijn er nog steeds stukjes die ik niet echt begrijp. Dat zegt natuurlijk alleen maar iets over mij, maar ik ben zeker nog van plan dit gedicht volledig te begrijpen, want het is (voor zover ik dat nu al zeggen kan) knap en heel goed geschreven.
Anneee schreef: ik doop
mijn oneindig doolhof namen die nooit vrienden
zouden kunnen worden.
Dit stukje vind ik het mooiste. Verder heb ik het gedicht een paar keer gelezen, maar zijn er nog steeds stukjes die ik niet echt begrijp. Dat zegt natuurlijk alleen maar iets over mij, maar ik ben zeker nog van plan dit gedicht volledig te begrijpen, want het is (voor zover ik dat nu al zeggen kan) knap en heel goed geschreven.
Bedankt voor je eerlijke mening. Ik kan je lof zeer waarderen, zo ontstijgt men zichzelf eens.
Als je 't volledig wil begijpen kan je je 't beste helemaal lens zuipen (DOORBIEREN ANNEEEEEEE, DOORBIEREN) en dan op je fiets stappen..
Het perspectief van de kunstenaar zullen we maar zeggen