Ze was het er niet mee eens. Altijd had ze haar mond gehouden, er niks van gezegd, omdat ze wist dat het toch niet uit zou maken. Maar nu was de emmer vol, er kon geen druppel meer bij. Maar ook zij kende het gezegde, de laatste druppel, je weet wel, die al die emmers over doet lopen? Die kwam ook haar leven binnen gedruppeld.
Haar schoolwerk ging achteruit de laatste tijd en zelf vond ze dit geen punt. Het scheen haar niet veel te kunnen schelen. Haar ouders waren boos, of beter, zoals het goede ouders betaamd, bezorgt. Ze zagen hun dochter voor hun ogen ‘slechter’ worden. Eerste gedachte was meteen dat het slechts en fase was, iedere puber zet zich af tegen zijn of haar ouders. Het was iets natuurlijks. Zoeken naar je eigen ik, naar de persoon die je voor de rest van je leven wilde zijn.
En deze zoektocht gaat niet vaak zonder de nodige alcohol, drugs, vriendjes en uitgaan belangrijker vinden dan school. Haar ouders waren bezorgt, en terecht. Het ging niet goed met haar. Het ging ronduit slecht, maar dit lag niet aan haar lage cijfers, te weinig goede vrienden, teveel verdovende middelen of experimentele avontuurtjes. Ze had gehoopt dat het hierdoor kwam…Ze had gehoopt dat ze net als haar vriendinnen van haar leven kon genieten, leuke dingen kon gaan doen als ze vrij was, een vriendje kon hebben die haar echt begreep. Maar daar zat dus het probleem. Niemand begreep haar. Het leek af en toe wel alsof ze van een andere planeet kwam. Alsof ze een andere taal sprak dan haar ouders en vrienden. En zoals vaak gebeurd met mensen die je taal niet spreken, verwaterde het contact met haar vrienden. Of in ieder geval met de mensen die zij vrienden had genoemd en die misschien zelfs tegen andere mensen over haar praatten als vriendin.
Zo was ze alleen, alleen in haar eigen wereld. En die wereld was geweldig, zolang ze er alleen verbleef. Zodra iemand van buitenaf een poging deed haar wereld binnen te dringen ging het fout….
__________________
Do you count the sundays when I'm there?
|