Advertentie | |
|
![]() |
|
Was het antwoord B € 12.500?
160.000 / 8.000 = 20 -> per jaar bestelt hij 20 keer. De bestelkosten bedragen dan 20 * 125 = 2.500 per jaar. De opslagkosten zijn 8.000 / 2 (omdat je de gemiddelde voorraad moet weten, in het begin heb je er 8000 aan het einde 0) = 4.000 De opslagkosten zijn dan 4.000 * 2,50 = 10.000 De totale kosten bedragen dan 2.500 + 10.000 = 12.500. formulevorm = D / Q x F + Q / 2 x C (d=jaarkijkse hoeveelheid, q = bestelling per keer, f = bestelkosten, c = voorraad kosten) (mocht het antwoord fout zijn dan wil ik dat ook graag weten want dan betekend het dat ik het nog ff moet besturderen voor het tentamen ![]() ps. waarom heb je als titel de optimale bestelhoeveelheid, als de werkelijke optimale bestelhoeveelheid 4000 bestellingen per keer is?
__________________
(miep miep, zoef zoef en de koelkast is weer weg, miep miep)
|
![]() |
||
Verwijderd
|
Citaat:
![]() |
![]() |
||
Verwijderd
|
Oh nee...
![]() Citaat:
![]() |
![]() |
|
Is het bij deze vraag wederom antwoord b, een besparing van € 2.500,-- ?
De optimale bestelhoeveelheid reken je uit door de wortel te nemen van (2 * D * f) / c (c=voorraadkosten, f bestelkosten, d jaarlijksehoeveelheid). De optimale bestelhoeveelheid voor de floppy drives = 2 * 160.000 * 125 = 40 mln, 40 mln / 2,50 = 16 mln. √16 mln = 4000 stuks. -> dat is de de optimale bestelhoeveelheid. Per jaar worden er dan 160.000/4000 = 40 keer besteld De totale kosten die bij deze hoeveelheid horen bedragen 40*125 + 2000 (gem. voorraad) * 2.5 = 10.000 Bij de vorige opgave waren de totale kosten 12.500 hij bespaard dan 12.500 - 10.000 = € 2.500
__________________
(miep miep, zoef zoef en de koelkast is weer weg, miep miep)
|
![]() |
|
|