Ik heb huiswerk opgekregen over eiwitten die in niet-actieve vorm worden uitgescheiden en dmv een activator (enzym) in hun actieve vorm komen. Een bekend voorbeeld hiervan is het verteringseiwit tryptase, dat als (inactief) trypsinogeen wordt uitgescheiden door de alvleesklier. Mijn vraag gaat over een vergelijkbaar eiwit, peptase, dat als (inactief) pepsinogeen wordt uitgescheiden door de vraag.
Voor mijn huiswerk moet ik enkele vragen over dit eiwit beantwoorden. Van dit onderwerp heb ik weinig kaas gegeten, en daarom roep ik jullie hulp in om het antwoord op een vraag te zoeken.
De vraag die ik niet beantwoord krijg:
Beredeneer wat de invloed van peptase (1) is op zijn eigen vorming. (1: de actieve vorm dus)
Ik snap er helemaal niets van, dus jullie hulp is zeer welkom.
Alvast bedankt.
|