Jij en ik onvolwaardelijk samen, in alle ontwikkelingsstadia van onze liefde. Ik kan wel zeggen dat ze in mijn leven gebrand staat als een zegel, een merkteken, als een vetgedrukt hoofdstuk uit mijn leven. Meer dan ooit realizeer ik me op dit ogenblik dat, nu ieder contact, ieder liefde- en passievol moment, ieder samenzijn voorgoed tot het verleden behoort. Ik weet niet waarom ik me rekenschap wil geven van mijn verhouding tot haar, van al wat ze voor mij betekende en nog betekend. Misschien prikkelt mij haar liefde, haar ogen, en nu als doorn uiteindelijk haar vertrek. Onbeantwoord blijven mijn pogingen om haar weer voor me te winnen. Onbeantwoord blijft mijn hevige verlangen die als een lavastroom niet gestopt kan worden. In een uitbarsting van werkelijk onbedwingbare liefde en verdriet ben ik nu teneergeslagen, ineengestort, ineengekropen in een donkere hoek, me afvragend hoe ik op een positieve manier mijn leven moet hervatten. Wat een paar dagen geleden te dragen leek is een last waar ik haast onder bezwijk. Terwijl ik buiten een duif zie vliegen die met een sierlijke boog een boomtop ontwijkt die vervaarlijk op de harde windstoten heen en weer beweegt denk ik aan zijn thuis, zijn plek waarnaar hij terugkeert. Keerde ze maar terug, terug naar waar ze thuishoort, terug naar het geluk, terug naar waar ik dacht dat haar hart haar leid… Terug naar mij…
__________________
Dit zijn geen fratsen
|