Van mezelf weet ik dat ik veel lieg, al van jongs af aan. Tgeen mijn moeder zeg ik andere dingen om stoute dingen te verhullen.
Als kind ging dit bijvoorbeeld om een gestolen kaugumpje, of een snoepje uit de kast, maar nu verbaas ik me er pas over hoe goed als kind ik volwassenen een hele andere waarheid kon aanpraten.
Toen had het iets met mijn onschuld te maken, amar nu...is het uit de hand gelopen. Ik lieg alleen maar, iedere dag help ik wel weer een leugen de wereld in. Dat ik naar school ben geweest ( terwijl ik spijbel) dat ik veel aan mijn huiswerk doe ( terwijl ik mijn boeken n

i-t heb openliggen). Op school denken alle leraren goed over me, ik heb altijd wel een uitweg, verslagen te laat inlevere ' zus-enzo was het probleem' ' och, is niet erg, volgende keer beter' . Dat is voor mij een spelletje, en zolang ik hoge punten haal kan het geen kwaad
maar thuis kan het wel kwaad, Ik lieg constant tegenover mijn vader. Bijvoorbeeld waar ik naartoe ga ( overdag) ' ik ben naar eindhoven' maar ik zit in Helmond. Ik ga naar die persoon. maar lig in de armen va een ander.
Tegenover mijn moeder lieg ik echter niet, omdat ik weet dat zij niet boos op me wordt en echt meer waarde hecht aan de waarheid, hoe erg die ook is.
Zodra ik echter weet dat mensen de waraheid niet zullen accepteren, en ik dus een ' nee' kan verwachten lieg ik
helaas heb ik een geweten, en ga ik er aan onderdoor.