Ze liet zich achterover zakken in de kussens, zuchtte en gaf de joint door. De jongen die ‘m van haar aannam kuste haar, ze wilde niet gekust worden, maar het drong te langzaam tot haar door, toen ze opzij keek en er wat van wilde zeggen was hij alweer diep in gesprek. Ze liet het maar zo, dacht er al gauw niet meer aan. Wat deed ze hier eigenlijk? Ze wilde erover nadenken, maar het lukte niet, alles was te vredig om te twijfelen. Vrede… ja, vrede wilde ze, en geluk voor iedereen. Ze wilde het zeggen tegen de jongen naast haar, dat er vrede moest zijn, dat ze niet boos was, dat hij lief was, maar steeds als ze zeker wist dat ze haar hoofd opzij had gedraaid bleek dat niet het geval te zijn.
Vrede! Liefde! Ze wilde het door de kamer schreeuwen, riep zo hard ze kon, maar hoorde zichzelf de woorden alleen maar mompelen. Niemand keek op, ze bestond niet. Het besef dat ze niet bestond groeide, hier was ze, in een kamer vol bestaande mensen, en zij was de enige die niet bestond. Zomenteen zouden ze een demonstratie lopen, tienduizend mensen, maar er zouden er maar 9999 geteld worden, want iemand die niet bestaat kan niet worden geteld. Waarvoor was die demonstratie? Ze wist het niet meer.
Vrede! Liefde! Nu draaide ze haar hoofd wel opzij, maar ze zag de jongen niet, alleen zijn benen. De benen liepen haar gezichtsveld uit. Overal liepen nu benen, vijf, zes paar. Ze keek omhoog, er zaten bovenlichamen aan vast met armen en hoofden. Er werd gepraat, maar ze kon zich niet concentreren op wat er gezegd weed. De jongen hurkte voor haar neer, praatte tegen haar. Wat zei hij? Ze glimlachte naar hem. ‘Vrede,’ mompelde ze, ‘Liefde.’ De jongen knikte en stak haar zijn handen toe. Ze
legde haar handen in de zijne, hij hielp haar overeind, bracht haar naar buiten. Licht, fel licht, allemaal mensen, wat was er aan de hand? 9999 bestaande mensen en één niet bestaande, zijzelf. De bestaande mensen begonnen te lopen, er werd geschreeuwd.
Vrede! Liefde! Zij bleef staan, de jongen liet haar los, liep mee, ze stond niet meer, ze viel. Mensen liepen langs haar, over haar, alles werd zwart. De wereld bestond net zo min als zij en ze was gelukkig.
Vrede? Liefde…
Heb het geschreven voor de schoolkrant die dit keer het thema 'flower power' heeft... ik weet niet of het te cliché is en alles, wat vinden jullie ervan?
|