|
Nee, het is niet diepzinnig, niet super, maar gewoon grappig.
De titel is overigens beroerd, hebben jullie leukere ideeën?
De onwetendheid van Murtsk
Elke zondagochtend stond Murtsk heel vroeg op. Om vijf uur was ze al uit de veren.
Waarom ze dit deed, wist niemand. Iedereen wist wel... dat ze niet helemaal in orde was, daarboven.
Het was de derde zondag van de vierde maand, van het zevende jaar dat de ramp gebeurde.
Nu nog vertelt men de verhalen... van die ene zondag.
Murtsk werd wakker, zoals gewoonlijk. Vijf uur 's ochtends, geen problemen. Ze kleedde zich uit, en stond naakt voor haar bed.
"Jodele," schreeuwde ze luidruchtig, terwijl ze van haar balkon sprong.
Met een glimlach belandde ze in de vijver, de grote, schone vijver.
"Oh, wat is het leven toch heerlijk," zong ze onder het baden. Een eend zwom voorbij en reikte haar de zeep aan. Met glimlachend gekwaak dreunde hij het ochtendgebed op.
"Allah is goed, Allah is heilig," begon de lieverd te rappen.
de meeste kinderen werden nooit bang van het verhaal van deze heidense meid, die opgroeide in een commune, een islamitische religie had en zich, bij gebrek aan waterleiding, in de vijver moest baden.
"Broertjes, het is een schande," had de dorpsmeester uitgeroepen op de dagelijkse zitting. Na enig commentaar en nutteloze suggesties, kwam de Jihrn binnenwalsen.
'Jirhn, wat doet die nou hier' vroeg de dorpsmeester zich af. Het was immers ochtend, dan slaapt hij zijn roes altijd uit.
"Walawenuüszunengflaaltellen," stootte de man uit.
"Sorry?"
"Walawenuüszunengflaaltellen!"
"Sta je droog, Jirhn?"
"Neen, vrinden, ik sta niet droog. Ik bevind mij in een staat tussen bewustzijn en alcoholvergiftiging. Hetgeen dat u allen nu ziet, is de dronken vrind die u allen reeds zevenendertig jaar kunstmatig verslaafd aan alcohol houdt," sprak hij.
"Beste man, u weet dat u elk moment zal sterven aan alcoholvergiftiging, omdat wij geen medisch verantwoord volk zijn," informeerde de dorpsarts.
"Hell yeah!"
De dorpsmeester mengde zich plots weer in het zogenaamde gesprek: "Jirhn, wat wil je nou?"
"Vernietiging van al het goede op deze aardkloot, maar dat is niet haalbaar bij u allen."
"Inderdaad."
"Dus ik wil... Walawenuüszunengflaaltellen!"
"Goddomme, lul, zeg nou gewoon wat je wil zeggen!"
"We moeten een verhaal verzinnen over een meisje, laten we bijvoorbeeld..." Jirhn stopte en liep naar een klein meisje toe. Het arme ding keek verschrikt op, steun zoekend bij haar twee rode vlechtjes.
"Hoj," zei ze verlegen. "Ik is Murtsk."
Zachtjes aaide hij haar over haar hoofdje. "Brave Murtsk," zei hij.
"Juist, vrinden! Wij nemen Murtsk... laten haar snel groeien... en zetten haar bij haar tweelingzus."
"Oh. Waarom?"
"Hij zei het tegen me."
"Wie?"
"Hij," brulde Jirhn met een veelbetekende blik. Plots raakte de alcoholist in coma en overleedt. De arts controleerde dit, door kokend water in zijn oren te gooien. De ogen begonnen te borrelen, hét teken gevend dat een dode werkelijk dood is. Nadeel hiervan was wel dat de oogleden gesloten moesten worden, maar goed.
"Kut, nou is 'ie dood."
"MURTSK! Let op je taalgebruik," riep Murtsks' moeder verschrikt uit. Haar vader pakte de kleine uk beet en slingerde haar weg. met een glimlachend gezichtje verouderde Murtsk, door de snelheid van het licht.
Verdwaasd zat, tien seconden later, een bijna-volwassen meisje in de hoek van het dorpsplein. Haar kleren waren helemaal gescheurd en haar haren waren prachtig lang geworden. Het was een beeld van pure perfectie: knap, slank, naakt en toch bedekt met lange, rode haren, waarvan de onderkant, ergens bij haar voeten, samenliep in twee kleine vlechtjes.
"Murtsk, lieverd, wat zie je er mooi uit," zei haar moeder.
"Ik weet het, moeder."
“We moeten doen wat Jirhn wilde. God had tegen hem gesproken."
Zo gezegd, zo gedaan. Verhalen werden verzonnen, sagen werden gevormd. Iedereen praatte over dat ene meisje, die zo vreemd was. Zo vreemd, en tegelijkertijd zo knap.
Het meisje zelf wist dat er over haar gepraat werd. Zij wist ook dat dat evenbeeld van haar, wat haar altijd door die rare 'ruit' aankeek, geen tweelingzus was.
Bidden tot God hielp niet... de pillen waren niet prettig. Soms was het niet leuk meer, soms was de situatie echt uitzichtloos. Zo ook die ene dag, die derde zondag van de vierde maand.
Daarom besloot zij de dingen anders aan te pakken. in plaats van het kussen, knielen en aanbidden van de grond waarop Allah liep, wilde zij hém een keer écht aanbidden! Dat verlangen bedacht zij tijdens het baden. Ze nam niet eens de moeite zich aan te kleden, maar rende meteen naar binnen, de grot in.
In de derde lade van links, naast de tefal-pan, lag de Dolk Der Dood.
Snel en pijnloos sneed ze haar polsen door. "Walawenuüszunengflaaltellen," zei ze nog.
__________________
Cry 'Havoc' and let slip the dogs of War.
Laatst gewijzigd op 12-03-2003 om 14:23.
|