Volgens mijn uittrekselboek begint De Donkere Kamer van Damocles met een parabel:
"...Dagenlang zwierf hij rond op zijn vlot, zonder drinken. Hij stierf van dorst want het water van de oceaan was zout. Hij haatte het water dat hij niet drinken kon. Maar toen de bliksem in zijn vlot sloeg en het vlot in brand vloog, schepte hij dat gehate water met zijn handen op, om te proberen de brand te blussen!"
Deze parabel zou het isolement waarin Osewoudt, de hoofdpersoon, leeft, symboliseren.
Dat snap ik niet helemaal. Wie kan mij dat uitleggen?
Het is te lang geleden dat ik het boek gelezen heb, maar ik denk dat je die zee moet proberen te zien als een groep personages. Of dat nu de Duitsers of het verzet zijn, weet ik niet precies. Als je dan iets kan verzinnen wat Osewoudt voor elkaar krijgt door die groep te gebruiken (terwijl hij eerst een hekel aan die groep had), dan heb je de symboliek van dat vuur ook weer door.
aha, als het met het thema te maken heeft, dan snap ik het wel... objectiviteit en subjectiviteit speelt idd een grote rol in het boek. Toch raar dat in mijn boek stond dat het over Osewoudts isolement gaat.
Maar goed, ik denk dat ik er zo wel uitkom. Bedankt voor de reacties!