Presenteer je werkstuk met hulpmiddelen, als je bv grafieken in je werkstuk hebt, vergroot die dan en hang ze op. Dat ondersteunt je dan een beetje.
Powerpoint natuurlijk helemaal mooi, maar dat kan niet overal... 't fijne daarvan is, is dat je gewoon belangrijke punten kan projecteren en er op in gaan, iedereen kijkt dan naar het bord en jij vertelt bij elk punt wat...
Hulpmiddelen dus.
Daarnaast is uit je hoofd leren ook een heel goed idee, maar leer niet je tekst uit je hoofd. Vooral de volgorde van je presentatie onthouden. Wanneer je moet improviseren, praat je nml minder snel dan wanneer je een tekst opzegt...
(Wanneer je totaal improviseren moeilijk vind, kan je voor jezelf natuurlijk de vorm van wat je gaat zeggen onthouden.)
Daarnaast moet je gewoon net doen alsof jíj alles beter weet dan de rest, alsof je ze iets gaat vertellen wat ze móeten weten. Als je het eng vindt om mensen aan te kijken, kijk dan gewoon rond, richt je niet op gezichten, maar op bv drie punten in de ruimte (een poster rechts achter, een punaise op een prikbord recht voor je, een andere poster links achter) en kijk telkens die punten af (van poster naar punaise naar poster en weer terug bv).
|