Mensen vinden er hun lol in na een grote, rampzalige gebeurtenis de kast van de dramatische constateringen wijd open te zetten. Het vliegtuig heeft net de grauwe hemel verruild voor het bruuske beton of de haastig toegesnelde analyticus schreeuwt dat de wereld is veranderd en nooit meer dezelfde zal zijn. Uiteraard neemt de rest van de massa deze mening over, want dat is makkelijker dan zelf bedenken. Vandaar dat aansluitend in elke huiskamer en masse dezelfde woorden weerklinken. Buren spreken elkaar van balkon tot balkon aan en kondigen hun afkeer af over de veranderde wereld. Een jaar later herdenken we de aanslagen met vurig allooi en mag elke heldhaftige brandweerman kond doen van zijn wederwaardigheden. Het is meestal tijdens deze herdenkingen dat we besluiten dat de wereld niet is veranderd, ook al schreeuwden de deskundigen dat om het hardste op het moment dat iedereen luisterde. Wanneer komt er een tijd dat we analytici op teevee mogen straffen voor krankzinnige uitspraken ingegeven door de verbazing van het moment?
Daar waar 11 september 2001 de wereld veranderde, deed 6 mei dat met de Nederlandse politiek. Nooit zou het landschap van volksvertegenwoordigers hetzelfde zijn. "De kogel kwam van links", klonk de rationele overpeinzing uit LPF-kringen. Diezelfde nacht braken rellen uit in Amsterdam en wandelden politici rond met kleerkasten van beveiligingsmensen. "Ik vrees dat de bewaking nooit meer weg zal kunnen", sprak iemand ontzet. De analytici op teevee beaamden de constatering. Inmiddels zijn we een jaar en een dag verder en staat de krant vol van de teleurstellingen die de herdenking van Pim Fortuyn juist niet had mogen zijn. Daar waar vorig jaar nog tienduizenden de begrafeniswagen toeklapten, stonden nu slechts duizenden met hun Pim-vlag in de regen. Zelfs de buitengewoon prijzenswaardige Pim-mokken vonden niet de gretige aftrek die Joop en Jan – altijd voornamen, het zijn vrienden van Pim – hadden verwacht. Geen enkele politici van naam toonde zich solidair met de herdenkers. Ze stonden alleen in de regen. De blik op oneindig. Kwetsende spandoeken. Af en toe een mok met lauwe koffie. Of een foto waar iets op stond geschreven, een hartverwarmende tekst: "Pim, je blijft in ons hart". Prachtige woorden, tranen in de ogen. "Ze hebben hem van ons afgepakt!". Schoften.
Alles went.
|