en de nederlandse..
Ben liever stomdoof
Ik zie niets, niets van de gebeurtenissen om mij heen. Geen slechte en ook geen goede evenementen. Ik vind het best zo.
Ik zie niets, niets van de gebeurtenissen om mij heen. Het is te fel, mijn ogen laten geen zonlicht meer door en nog is het te fel. Een felle kleur rood, van bloed, mijn bloed, mijn bloed in mijn oogleden. Ik besluit mijn zonnebril op te doen.
Het wordt zichtbaar. Mijn ogen worden niet langer gehinderd door een lichtbal die een paar miljard kilometer ver weg een paar duizend ton waterstof per seconde verbrandt.
Maar wil ik eigenlijk wel, wil ik eigenlijk wel zien, die film die ‘leven’ heet en voor mij af wordt gespeeld?
Van het leven moet je genieten, wordt mij wel eens verteld. Het leven is kort, het leven is goddelijk, schijnt het.
Naast mij zit een jongedame, geen enkel idee dat het leven kort is, genieten doet ze niet, wat is te zien aan het hysterisch goddelijk opmaken van haar lippen. Ze kijkt voortdurend in een spiegeltje dat ze bij de hand heeft en haar lippenproces reflecteerd.
Voor mij baant een schaduw zich langzaam de weg, aan die schaduw is een oude man bevestigd. Hoewel het leven kort is neemt hij zo te zien alle tijd om zich naar zijn bestemming te verplaatsen. In mijn gedachtegang zeg ik, met een zeer sarcastische ondertoon, dat hij duidelijk ‘geniet van het leven’. Hij is vast en zeker op weg om wat goddelijk tabaksgenoegen te verkrijgen.
‘Wat een kort goddelijk leven, ik zou er maar van genieten.’ Denk ik, terwijl de man uit mijn ooghoeken verdwijnt. Ik hoor nog wel zijn stok, dat om de zoveel centimeter eenmaal tikt. Er zit een geleidelijk ritme in, er bevind zich een retoriek in de verplaatsing van de oude man en de tik die daarop volgt.
De man loopt zo langzaam te vergelijken als geluid en licht. De man kan je al van ver zien, maar het geluid wat hij, en zijn stok maakt komt pas heel laat zodra hij weer voldoende bij je is, zodra hij weer voldoende van je verwijderd is kan je hem nog wel uren zien.
Dan wordt het mij opeens duidelijk waarom je moet genieten van het leven, omdat het zo kort is.
Een moeder met vijfentwintig kinderen fietst voorbij. Één van haar kroost is oud genoeg om net zelf te fietsen, de rest zit wonderbaarlijk op alle mogelijke manieren bij haar op de fiets. Het stoplicht springt op rood maar helaas, het oudste kind fietst door.
De moeder slaakt een kreet, maar het mocht niet baaten, net als het fietshelmpje dat het onschuldige slachtoffer op had.
Onder een hevig gepiep vermengen Asfalt en rubber zich met het levende weefsel wat onder het fietshelmpje zich bevind.
Een rode, fel rode kleur van bloed kleur ontfermt zich boven de realiteit. Ik had mijn zonnebril af gedaan en mijn oogleden gesloten.
__________________
~Your head will collapse. But there's nothing in it, And you'll ask yourself: Where is my mind?~
|