M&O Hfst 4
Op de vermogensmarkt wordt geld aangeboden en gevraagd.
Aanbieders van geld:
* Institutionele beleggers en spaarders
* Ondernemingen
* De Overheid
*Institutionele beleggers: Instellingen die grote sommen geld te beleggen hebben als uitvloeisel van hun hoofdtaak.
2 Voorbeelden:
1 Pensioenfonds: Hoofdtaak: Iemand bij het bereiken van de 65-jarige leeftijd een pensioen uit te keren. (Die persoon heeft in het algemeen jarenlang een gedeelte van zijn inkomen afgedragen in de vorm van een premie.)
2 Levensverzekeringsmaatschappij: Vanaf een bepaalde leeftijd kun je jezelf verzekeren van een periodieke uitkering. (zie pensioenfonds (Die persoon… …een premie.))
Onderhandse Lening: De geldgever en de geldnemer treden dan rechtstreeks met elkaar in contact. (Er word geen gebruik gemaakt van een bank, voor beide partijen goedkoper.)
Obligatielening: Een grote lening opgesplitst in obligaties.
Dividend: De vergoeding voor de aandeelhouders.
*Ondernemingen:
Als er tijdelijk (veel) geld beschikbaar is kan dit belegt worden.
*De Overheid:
Als er tijdelijk (veel) geld beschikbaar is kan dit belegt worden.
Bij de Overheid moet je ook denken aan: Gemeenten, waterschappen, sociale fondsen, de Centrale Overheid enzovoort.
Vragers van Geld:
*Consumenten
*Ondernemingen
*De Overheid
Consumenten: Als consumenten grote investeringen willen doen maar daar het geld niet voor hebben, kunnen ze een persoonlijke lening nemen.
Ondernemingen: Ondernemingen zijn aangewezen op:
- Eigen vermogen (aandelenwinst, gereserveerde winst)
- Vreemd Vermogen (leningen)
Overheid: Als de overheid geld nodig heeft, worden er obligatieleningen uitgegeven.
Geldmarkt en Kapitaalmarkt
Vermogensmarkt: Het geheel van vraag naar en aanbod van vermogen (geld).
Korte kredieten: Korter dan 1 jaar.
Lange kredieten: Langer dan 1 jaar.
De Vermogensmarkt kan je op delen in:
· Geldmarkt: De markt waar het kortstondig tijdelijk vermogen verhandeld wordt.
· Kapitaalmarkt: De markt voor permanent vermogen.
Geldmarkt:
Rekening-Courantkrediet: Een tussen de bank en particulier afgesproken bedrag tot hoever je maximaal rood mag staan.
Leverancierskrediet: De leverancier levert de goederen, en de koper betaalt pas later.
Afnemerskrediet: De koper betaalt eerst, waarna de leverancier levert.
Openbare markt: Op de openbare markt worden waardepapieren verhandelt, waarvan de interest van te voren bekent gemaakt wordt.
Onderhandse markt: Daar vinden onderhandse leningen plaats tussen de geldgever en geldnemer. Over de voorwaarden v/d lening word onderling gehandeld.
Marktmechanisme: Het evenwicht tussen vraag en aanbod ontstaan.
Effecten: Waardepapieren die kunnen worden gekocht- en verkocht, zoals aandelen en obligaties.
Effectenbeurs: De plaats waar de aankoop- en verkoop van effecten plaatsvindt.
Provisie: Vergoeding
Hoekmansbedrijven: Treden op de beursvloer op als tussenpersoon tussen de banken en de commissionairs.
Beleggingsmaatschappij: Een onderneming waar je geld kan beleggen
Ik hoop dat je er iets aan hebt