duitse grammatica: vraagje

[phoebe]

ik zit een beetje in de knoop met die naamvallen!!

ik heb een vraagje: welke naamval komt er na:
- in
- von


thnx
phoebs

[trildo]

Na von komt 3e naamval. Na in komt 3e of 4e naamval, als je wo/wann kunt vragen, dan wordt in 3e naamval, als je wohin kunt vragen wordt het 4e naamval.

Er is ook nog een manier met meewv en lijdvw. Meestal is meewerkend voorwerp 3e naamval, en lijdendvoorwerp 4e naamval.

[Odicanes Naso]

trildo schreef op 18-06-2003 @ 10:34:
Na von komt 3e naamval. Na in komt 3e of 4e naamval, als je wo/wann kunt vragen, dan wordt in 3e naamval, als je wohin kunt vragen wordt het 4e naamval.

Je kunt het beter zo onthouden: op voorzetsels die een beweging uitdrukken, volgt doorgaans de vierde naamval (Akkusativ); op voorzetsels die een plaats aanduiden, volgt doorgaans de derde naamval (Dativ).

Dus:
Ik ga naar de stad --> Ich gehe in die Stadt. [in +4]
Ik woon in de stad --> Ich wohne in der Stadt. [in +3]

Na von volgt de derde naamval.

[trildo]

Odicanes Naso schreef op 18-06-2003 @ 14:52:
Je kunt het beter zo onthouden: op voorzetsels die een beweging uitdrukken, volgt doorgaans de vierde naamval (Akkusativ); op voorzetsels die een plaats aanduiden, volgt doorgaans de derde naamval (Dativ).

Dus:
Ik ga naar de stad --> Ich gehe in die Stadt. [in +4]
Ik woon in de stad --> Ich wohne in der Stadt. [in +3]

Na von volgt de derde naamval.

Klopt, is ook een mogelijkheid, is maar net hoe het aangeleerd is..

Nahja, iig.. suc6 phoebe, met deze informatie moet het wel lukken.

[Stoetel]

Odicanes Naso schreef op 18-06-2003 @ 14:52:
Je kunt het beter zo onthouden: op voorzetsels die een beweging uitdrukken, volgt doorgaans de vierde naamval (Akkusativ); op voorzetsels die een plaats aanduiden, volgt doorgaans de derde naamval (Dativ).

Dus:
Ik ga naar de stad --> Ich gehe in die Stadt. [in +4]
Ik woon in de stad --> Ich wohne in der Stadt. [in +3]

Na von volgt de derde naamval.

Voila, twee methodes heb je al, hier nog even een derde. Met deze kan je normaal gezien nog minder fouten maken, omdat de regel met beweging af en toe wat dubbelzinnig is. Om even hetzelfde voorbeeld te volgen:

Ik ga naar de stad -> Je vraagt je nu af, BEN ik dan in die stad? Het antwoord is NEEN, dus +4
Ik woon in de stad -> BEN ik dan in de stad? Het antwoord is JA, dus +3

Maar kies gewoon de methode die je het beste ligt. Je hebt nu de keuze uit 3 dus

Veel succes ermee nog in ieder geval!

[Odicanes Naso]

Stoetel schreef op 18-06-2003 @ 20:13:
Ik stop aan de verkeerslichten -> BEN ik dan aan de verkeerslichten? JA, dus +3 (als je hier naar beweging kijkt ben je soms geneigd om te zeggen: Er is geen beweging dus +4).

Er is geen beweging, dus +4?

Er is geen beweging, dus plaatsaanduiding, dus +3.

[Stoetel]

Odicanes Naso schreef op 18-06-2003 @ 20:34:
Er is geen beweging, dus +4?

Er is geen beweging, dus plaatsaanduiding, dus +3.

Idd, je hebt gelijk, ik heb me van voorbeeld vergist, maar kom niet direct op hetgene dat ik wou geven. Ik heb dat deel van mn post iig verwijderd om verwarring tegen te gaan. De methode op zich klopt wel hoor.

[YPrue]

Nog een ezelsbruggetje (heeft mijn ex-duitsleraar verzonnen):

Is er al? (3 woorden) Als je deze vraag met ja kunt beantwoorden is het de 3e naamval.
Is er nog niet? (4 woorden) Als je deze vraag met ja kunt beantwoorden, krijg je de 4e naamval.