Hallo,
Vandaag heb ik (in Den Haag) de meting van de zonshoogte voor het vak Algemene Natuurwetenschappen uitgevoerd.
Het was hierbij de bedoeling dat je een potlood rechtop op een A3-papier plaatste en om de tien minuten een stip zette bij de top van de schaduw.
(Methode Solar VWO 1, Bijlage III)
Ik heb hierbij de volgende resultaten genoteerd. Het eerste gegeven is telkens de tijd, het tweede gegeven de afstand van het potlood tot de top van de schaduw.
11.50 uur --- 27,7 cm
12.00 uur --- 27,0 cm
12.10 uur --- 26,0 cm
12.20 uur --- 25,0 cm
12.30 uur --- 24,2 cm
12.40 uur --- 23,5 cm
12.50 uur --- 22,9 cm
13.00 uur --- 22,4 cm
13.10 uur --- 22,0 cm
13.20 uur --- 21,7 cm
13.30 uur --- 21,5 cm
13.40 uur --- 21,5 cm
13.50 uur --- 21,8 cm
Over deze resultaten heb ik twee vragen.
1. Heb ik de meting een beetje goed gedaan? Ik vraag me namelijk af of het wel klopt dat in het begin (van 11.50 tot 12.20) de lengtes van de schaduwen telkens met bijna een hele centimeter afnemen en later soms maar met 0,4 centimeter..
2. Mag ik hieruit concluderen dat de zon tussen 13.30 / 13.40 op zijn hoogste punt was?
Bij voorbaat veel dank!
|