|
Het apparaat bleef piepen. Een broeder drukte op een knopje en het piepen hield meteen op. Kris stond als verstijfd, ze keek naar de man in het bed. Hij ademde niet meer, er straalde niks meer uit hem, hij was levenloos, hij was dood. Ze had het zich niet voor kunnen stellen. Het was al zo vaak zo dichtbij geweest, met het enige verschil dat het nu echt afgelopen was. Drie dagen en drie nachten hadden ze in spanning gezeten. Waren ze heen en weer gereden tussen Rotterdam en Arnhem. Ze keek naar omaatje, om wie ze haar arm heen had geslagen. Ze keek naar de andere mensen om hun heen. Ze kon niet verdrietig zijn. Waarom zou ze ook? Haar opa had hun nooit volledig geaccepteerd. Tom, haar jongste neefje, daar in tegen bleef geregeld bij zijn opa en oma slapen. Ook haar andere neven en nichten kwamen er geregeld over de vloer en schenen het er altijd erg naar hun zin te hebben. Met haar oma kon ze prima overweg, maar in de ogen van haar opa kon ze nooit iets goed doen. Net als haar zusjes. Net als haar moeder. Haar vader was zijn zoon, zijn enige zoon, en die was altijd al redelijk heilig geweest. Niet dat hij haar moeder niet goed genoeg voor hem vond, dat was het niet. Haar vaders zussen waren ouder dan haar vader en moeder en schenen vroeger, toen Kris net geboren was, nog al over haar moeder gemoederd te hebben van ‘dit moet zo’, ‘dat moet zus’ enzovoorts. Verder schenen ze vaak commentaar op haar moeder gehad te hebben dat wat ze deed niet goed was. Later kwam het commentaar vooral van haar opa. Van haar tante’s hoorde ze zelden wat, één keer kon ze zich nog herinneren, dat ze haar lange haar, waar ze zo trots op was, af moest knippen, dit stond zo slonzig, dat haar moeder daar niks van zei. Haar opa had commentaar op hoe ze de telefoon op nam, dat ze haar voornaam moest zeggen als ze opnam, terwijl ze dat altijd deed, hij had het waarschijnlijk niet gehoord die ene keer dat hij belde. En dat ze hem een hand moesten geven en drie zoenen als ze langs kwamen. Dat waren een paar van de dingen die ze nog wist. Het meeste was ze vergeten of had ze niet onthouden, maar deze dingen bleven haar bij, vooral omdat ze toen ook oud genoeg was om te beseffen wat er gebeurde. Dat hij Paula, haar jongste zusje, maar een beetje een zeurkind vond, dat zou ze ook nooit vergeten. Betty, haar andere zusje deed mee, probeerde bij haar neven en nichten te horen, maar Kris en Paula deden dat niet. Kris omdat ze het gevoel had dat ze er toch nooit bij zou horen en toch nooit aan hun en haar opa’s eisen zou vol doen, ze kon nou eenmaal niet tennissen, niet squashen, ze zat nou eenmaal niet op hockey, had niet altijd haar mondje klaar en ze kon niet goed tegen al dat commentaar.
Ze moest nu haar eigen verdriet maar opzij zetten en voor haar oma en zusjes zorgen. En eventueel voor haar ouders, neven, nichten, ooms en tantes. Iedereen stond te huilen. Ze kon het niet langer aan zien, ze voelde zelf ook de tranen in haar ogen opkomen, maar ze had nog steeds het gevoel niet te mogen huilen. Wat zouden haar ooms en tantes vinden als ze huilde? Ze zouden het zeker dom vinden, zo’n goed contact had hun gezin tenslotte niet met hun opa. Maar het was wel haar verdriet, ze voelde het wel. Ze voelde de innerlijke strijd die binnen in haar plaats vond, verstand tegen gevoel. Uiteindelijk besloot ze haar tranen hier in te slikken, later in de bezoekkamer in een hoekje liet ze haar tranen een paar minuten de vrije loop, om ze daarna weer in te slikken en te drogen.
Door haar hoofd schoot telkens het beeld van toen hij wegzakte. Zijn mond die een stukje open viel en het leven dat uit hem trok. Het gezicht van Tom toen hij besefte dat hij dood was. De woorden van haar oma, toen het piepen ophield, ‘het is stil’ daarna was ze zelf even stil en zei toen, als of ze het toen pas besefte ‘is het gebeurd?’ Het beeld van een hele familie, die volgens haar opa al compleet was voordat haar moeder, zusjes en zij er waren geweest, in die ziekenhuiskamer. Dat haar opa had gezegd dat de familie compleet was toen iedereen er was, behalve haar moeder, zusjes en zij, dat stak. Dat was misschien ook wel een reden dat ze haar tranen niet wou, hij vond dat de familie zonder hen compleet was, dat hij dan kon sterven, mocht ze dan wel huilen? Oké, hij was doodziek, lag half in een coma en haar vader was er geweest, misschien had hij die gezien en gedacht dat zij er ook waren geweest, maar toch, het stak.
Nu, 2 jaar later, kan ze de dood van haar opa nog precies voor de geest halen, bijna zonder gevoel, dat is afgesloten. Van de crematie herinnerd ze zich niks meer, ze weet niet meer wat er gebeurd is, wie er waren, wat er gezegd werd. Ze weet dat ze in een Jaguar naar het crematorium zijn gereden, omdat haar vader daar zo vol van was toen, en ze weet dat ze muziek gespeeld heeft, maar verder niks. Het is een zwart gat.
[Dit bericht is aangepast door Leonoor (22-07-2001).]
|